Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


"Hoe zou hij er nu uitzien, grootpapa?" "Dokter Abels zei laatst, dat hij veel knapper is geworden; hij is wat gegroeid, en daardoor schijnt hij niet zoo erg krom als vroeger...." "Je moet hem eens vragen, als je schrijft, of hij daar gewend is op een bed of op een matras te slapen...." "'k Zal er om denken, Barbara." "Wat schrijft hij gemakkelijk, grootpapa!

't Gejammer bij den dood diens Abels, dien Gods liefde Ter dood voerde, als hem 't staal zijns woesten broeders griefde, Klonk ons in de ooren en doorsneed ons 't ingewand: Maar 't was ons niet vergund, de kinderlijke hand Den vader of zijn kroost ooit zichtbaar toe te strekken. Hy stierf. Ik zag het zand zijn zielloos rif bedekken. 'k Zag zes geslachten na hem opstaan, en vergaan.

Alles, wat hij van dokter Abels vernomen had, kwam overeen met hetgeen Strijkman hem had verteld, tot op één punt na, namelijk de verdwijning van den knaap en zijn opneming door vrouw Juttner. Er was voor den procureur weinig scherpzinnigheid toe noodig om te begrijpen, dat hij met een paar oplichters te doen had, en 't kostte geringe moeite om te doorzien, welken weg het tweetal op wilde.

Er waren Kaïns en Abels; Pharaohs dochters, Koninginnen van Scheba, hemelsche boden die uit de lucht afdaalden op wolken als veêren-bedden, Abrahams, Belshazars, Apostelen die in botervlootjes in zee staken, honderden figuren, om zijne gedachten bij te doen stilstaan; en toch kwam dit gezicht van den zeven-jaar-dooden Marley telkens terug en verzwolg al het andere evenals de tooverstaf van den ouden profeet.

Dorus wist niet wat hij antwoorden moest, toen de dokter hem vroeg: "Heb je lust om te studeeren voor musicus? Wil je van Carlo vandaan?" De knaap stond sprakeloos van vreugdevolle, dankbare verbazing, keek met groote verwonderde oogen dokter Abels aan, greep eensklaps zijn handen, kuste die en stotterde : "Ik kan niets meer zeggen, meneer!"

Vriendelijk vraagt dokter Abels: "Je bent dus zoo even aangekomen?" "Ja, dokter!" "Je bent vermoeid, dat kan ik aan je zien; ga zitten." Dorus plaatst zich zwijgend tegenover hem in een stoel. De vriendelijke oogen van den dokter vestigen zich met een ernstige uitdrukking op Dorus' gelaat.

Het meisje wipt vlug van de pianokruk op, vat haar vaders hoofd tusschen haar beide handen en, terwijl zij hem in de oogen ziet, vraagt ze: "U is immers toch wel?" Glimlachend ziet dokter Abels haar aan en antwoordt: "Zeker, kind ; 't is maar een van mijn mistroostige buien. Kom, speel nu, kind!" "Zal u dan weer vroolijk worden, lieve, beste, oude papa?" "Ja, ja, malle meid!"

"En wat zeg je daar nu wel van, Dorus?" vroeg dokter Abels, achteroverleunend in zijn stoel en met welgevallen het tweetal vóór hem beschouwend. "Vind je dat niet aardig om zoo'n jong paartje te zien, he? Misschien kom ik ook nog eens bij jou feliciteeren, als jij de bruigom bent. Je ziet vandaag weer wat bleeker dan anders; voel je je niet wel? 'n Beetje geïrriteerd? Heb je hoofdpijn?"

"Wanneer hier dokter Abels, die als voogd voor den minderjarige zal optreden, de zaak niet verder wil zoeken, ja! Anders...." "Nou, anders?" "Zal ik het gerecht in den arm nemen, en...." "Geef maar hier, ik zal teekenen." "En u, juffrouw Ram, kan u ook in gemoede, desnoods door een eed bevestigen, dat deze hier Dorus Makko is?" "Met pleizier, meneer.

Het rijtuig van dokter Abels heeft de plek, waar Carlo's wagen staat, bereikt. "Hierheen, dokter!" roept Dorus hem te gemoet. "Hierheen! Kom langs den berm, want 't is alles modder dáár. O! dokter, wat is u goed, dat u komt." "Waar is de zieke? Nog in den wagen?" "Ja, dokter. Pas op! daar is een plas. Hier is het droog. Zoo! nu het trapje op."

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek