Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Hij gaat door weêr en wind. Hij weet van wijken noch wankelen. Wisjes en wasjes. Zuur en zoet. Zwieren en zwaaien. Zwoegen en zweeten. Eindrijmen. Blikken en flikkeren. Bobbels en knobbels. Brassen en plassen. Dringen en wringen. Drinken en klinken. Hij kan gaan noch staan. Garen en sparen. Gedrang en geprang. Met geld en geweld. In geur en fleur staan. God noch gebod ontzien. Goed en bloed geven.

Vrijdagochtend tegen elf uur, den tijd, dat hij komen moest, was zij zoo ontzettend verlangend naar hem, dat ze het venster van de voorkamer open schoof en in de Oktober-koelte haar haren liet zwieren om naar hem uit te zien. Zij reikte zoo ver mogelijk naar voren, dat haar borst er zeer van deed. Toen hij kwam, maakte zij open: Ben-je daar? Zij gaf hem stil een arm. Samen gingen zij naar boven.

Het is ook een land van dans en vroolijkheid, waar de paren zwieren bij de muziek van het "Hackbrett" een snaarinstrument, dat met twee hamers bespeeld wordt, en de stiermarksche volksdans heeft ver de grenzen van zijn vaderland overschreden en is in de internationale opera's te huis.

Dus is de Zeeuw; wanneer gevaren Voor vrijheid zwieren op de kust, Weet zijne moed van geen bedaren, Noch zijne leeuw van logge rust. Wee hem, die dezen leeuw verschrikken, Of temmen wil, of wil verstrikken, Hij schuimbekt, raast en kent geen reên! Nog een andere karaktertrek der delta-bewoners staat met hun reeds genoemde eigenschappen in verband.

Wat baat mij nu op 't hoofd de kroone van Afrijken? Of dat ik 't derde deel van al des werelds rijken Op mijne globe zie? Wat baat dat ik alleen Maak een triumfe van hoovaardige trofeên? Of dat ik op den boord van mijnen vloed doe zwieren Dees vendelen gekruist, dees bloedige banieren? Of dat de Arabier of Moore martiaal Ontzie de punten scherp en sneden van mijn staal?

Of spreekt een woord, zoo de andere vogeldieren te zomertijde doen, die in de bosschen zwieren: ja, 's winters, als de snee' heur laken heeft gespreid, nog vinkt en klinkt het hier, vol vogelvlijtigheid. En gij!

Er kwam een felle rukwind die het zand der wegen achtereen in hooge wolken deed voortloopen. De boomen klaterden en huilden; lijk witte papieren waaiden de duiven op de donkere lucht, en een klad kraaien liet zich lijk een hoop zwarte vodden naar den toren zwieren. Maar ineens viel de wind, en er kwam een plotselinge stilte die het hart deed ophouden met slaan.

Wy mogen, met een lijf, uit fijner stof geweven, Op d' adem onzer borst door lucht en ruimte zweven, En zwieren naar 't ons lust, verheven op den stroom Des Ethers, heemlen door, tot 's warelds buitenzoom En waar 't oneindig Niet de nooit beklimbre bogen Van 't levenvol Heelal met nevels houdt omtogen.

Op een dezer platen is een geheele zwerm van kievitten, minstens vijftig in getal, neergestreken: zij verzamelen zich daar voor de verhuizing naar zuidelijker klimaat, warrelen door elkaar en zwieren nu en dan boven de rivier. Een andermaal hoop ik over de fauna van de Rijnoevers te spreken.

Ze doen niets dan zwieren en slempen, halve weken; en ze worden zelfs door de vrienden gevlucht; want ze zijn daarenboven zeer brutaal en groote ruziemakers." Adriaan en zijne vrouw schudden treurig en zwijgend het hoofd. Ziende dat Steven de hand van haren man greep om hem vaarwel te wenschen, vroeg moeder Damhout: "Zoudt ge ons niet kunnen zeggen, Geerts, hoe het met Godelieve Wildenslag gaat?

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek