United States or United Kingdom ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op het ijs vond ik er dadelijk mijn vrienden: den Grooten Dichter, den Grooten Schilder, den Grooten Musicus, als naar gewoonte druk aan 't zwieren met de vriendinnetjes die ze zich uitgekozen hadden; maar zij waren eenigszins ontstemd omdat het ijs zoo slecht werd in de buurt der stad, zoo doodgereden; en zij vroegen mij of er op mijn lange baan niet een of ander mooi en rustig plekje was, waar ze zich beter zouden kunnen oefenen.

Een schaatsenrijder, een gewone boerenpummel was daar met groote arm-en-been-bewegingen aan 't zwieren, maar van het eerste oogenblik bemerkte ik dat het niets te beteekenen had, dat het in de verste verte geen kunst was, dat het niets was dan overdreven en onsierlijk slingeren en zwaaien, zooals de eerste de beste rijder kon die maar ietwat stevig op zijn beenen stond en niet bang voor vallen was.

De kap, die anders zijn hoofd bedekte, had hij vervangen door eene muts, die zijne lange, zwarte haren vrijheid gaf, hem langs de schouders te zwieren, en daar hij zich gedurende de laatste dagen niet geschoren had; begonnen baard en knevel zijn gelaat met een zwart dons te bedekken.

Dat was nu weder in het leven geroepen, doch Antonius had hen de »metgezellen van den dood" genoemd. Dat teekende. Ieder wist, dat hij zijn einde tegemoet ging, en het voorbeeld van dien Pharao navolgde, wien het orakel nog zes levensjaren had beloofd, en die dat logenstrafte en er twaalf van maakte, door ook de nachten door te zwieren.

De heksen achtervolgden mij niet; om kijkende zag ik de Thessalische duivelinnen wederom zwieren boven haar tooverketel en wierpen zij er de ledematen in van den slaaf, en hervatten zij hare bezweringen met woestere kreten, terwijl ik het geschreeuw der gemartelde kindertjes weêr de nacht hoorde door schrillen. Ik vluchtte.

Bij tusschenpoozen hielden al de paren stil op eenen vasteren slag der maat, om oogenblikkelijk weder met vernieuwde kracht dooreen te springen en te zwieren ... Men lachte, men juichte, men zong; en zelfs de kinderen huppelden dooreen aan het einde der schuur, even vroolijk en even uitgelaten als hunne ouders ...

Soms hield Dik het eene einde onder den arm, en Jan het andere, en dan zwierden zij samen zoo kolossaal, dat de menschen bleven staan om er naar te kijken. En 't was een grappig gezicht, dien dikken Dik en dien mageren Jan samen aan den stok te zien zwieren. Iedereen lachte er om, en Dik zelf ook.... Ha, wat was Jantje dan grootsch.

Dichtbij nu bomden de kanonnen, hun roode vuurtongen ten hemel schietend; en plotseling verscheen in rooden fakkelgloed de muziek, met donderendbonzende groote trom en schril-schetterende fanfaren. Het gepeupel begon te zwieren, te springen en te dansen en 't feest ontaardde in een woeste bacchanaal.

En Gy, wiens bloedig licht, met blaauwen damp omtogen, Den bliksem van het zwaard doet schittren in onze oogen; Verdelger! En ook Gy, der starren middelpunt, Die elk rondom uw' throon zijn eigen loopperk gunt, Als wachters, nimmer moê op uwen wenk te zwieren, ô Goddelijke Zon! Aanschouwt onze offervieren! Wy slachten u den keur van kudde, en kooi, en stal. De vlam stijg' t' uwaart op!

Men voege bij dit tafereel nog een vroolijk vlammend en knetterend vuur, dat hoog in een wijden schoorsteen opslaat terwijl de buitendeur en vensters wijd openstaan, en de katoenen gordijnen in den vochtigen guren wind die met tamelijk veel kracht waait, heen en weder zwieren en men heeft een denkbeeld van de aangenaamheden eener landelijke herberg in Kentucky.