United States or Panama ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ondankbare! gij zegt, dat gij mij niets verschuldigd zijt? en wie anders, dan ik, heeft u bij de Gravin van Nassau geplaatst, wier voorspraak u naderhand tot hoogere posten heeft doen geraken? wie anders, dan ik, heeft u, te midden van ketters, voor 't ware geloof doen leven? wie anders deed u de heilige bestemming erlangen om, in dit vijandig land, de eer te genieten van uwen geloofsgenooten ten dienst te staan? wie zal de eerste oorzaak genoemd worden, dat gij eenmaal, wanneer de dierbare Moederkerk hier zegepraalt, tot de hoogste waardigheden geroepen, den dank van allen zult ontvangen, als de man, aan wien Rome en Spanje het meest verschuldigd zijn!"

Het klotst, het kleunt , de golven stooten het hooge schip, de smalle booten: het danst, het deunt , het roert, het maalt alom, van 't vlugge schuim, dat vedert; van 't zwalpend zop, dat weg- end- wedert; en van den wind, die zegepraalt. o Noorden, sluit uw dolle perken, besnijdt dien boozen zoon zijn' vlerken: laat af, genoeg, genade!

Strabo bericht, dat dit voortreffelijke dier nooit groote slangen aanvalt, zonder eenige van zijne metgezellen te hulp te roepen, maar dan ook zelfs over de vergiftigste dieren gemakkelijk zegepraalt. Daarom duidt zijn beeltenis in het heilige beeldenschrift een zwak mensch aan, die den bijstand van zijne medemenschen niet ontberen kan.

Uil, de koopman die zijnen wijn doopt, zijne eetwaren vervalscht, een kwade maag brengt daar waar spijsverteering, woede, daar waar vroolijkheid was. Uil, hij die behendig steelt, zonder dat men hem bij den kraag vatten kan, valsch getuigt tegen de waarheid, de weduwe ten onder brengt, de weeze stroopt, en zegepraalt in 't vet, lijk anderen zegepralen in 't bloed.

Werpt uiteen de onvaste vlagen; vluchten doet ze, en verre voort zij de smoor van hier gedreven: nevel, 's Heeren stemme aanhoort! Fiat lux!–De zonne, ontembaar, zegepraalt; de nevel zwicht: onverwinlijk is de Waarheid, onverheerbaar is het Licht! 2 Het mist. De zee, de zee, ze 'n zoeft bijkans zoo zeer niet als de boomen, daar, wild, de winden deure rijen, te peerde, en zonder toomen.

Vereent u thands met ons tot Kaïns ondergang! Uw afkomst zegepraalt; haar vijand gaat bezwijken. Uw Eden zij voortaan een Ararat van lijken! Wie wraak in 't leed bemint, onze Afgrond lacht hem aan: Zy is 't die wreken durft, al zou zy zelv' vergaan."

Vaart wel dan: ik ontgeef 't mij, en 'k wil weten dat ik verre ben bij u voortaan ten onderen; gij hebt, o haan, den prijs behaald, kraait koning nu, en zegepraalt, en laat mij zwijgend wonderen! Alre creature sake ende yersticheit. o Wilde en onvervalschte pracht der blommen, langs den watergracht! Hoe geren zie 'k u, aangedaan zoo 't God geliefde, in 't water staan!

Luther, die razende os, zegepraalt in Saksen, in Brunswijk, in Luneburg, in Mecklenburg; Brentius, de vuile Brentius, die in Duitschland van eikelen leefde die de verkens versmaadden, Brentius zegepraalt in Wurtenberg; Servet, de waanzinnige Servet, die een kwartier van de maan in zijn hoofd heeft, zegepraalt in Pommeren, in Denemarken en in Zweden, en daar vermeet hij zich de heilige, glorierijke en almachtige Drievuldigheid te lasteren.

Thans, daar de rede en verlichting eenigzins over het bijgeloof zegepraalt, behoorde men dien scherprechter, hoe zeer zijn naam misschien reeds in vergetelheid is geraakt, een Gedenkteeken op te rigten, en de koninklijke en geestelijke monsters, aanstookers, of uitvoerders van dien moord, in de verachtelijkste houding aan zijne voeten te plaatsen.

In Christus triomfeerde de wortel des nieuwen levens, en in Hem zegepraalt over het stof, al wat in dien wortel gehecht is. Ontzettend moet het voor den Middelaar geweest zijn, eer Hij triomfeeren kon, in die diepte om onzentwil weg te zinken. Hij klaagt het met zulk een toon, waar weedom des harten in kermt: »Gij legt Mij in het stof des doods