Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
Of dan het slot-gevecht op zee, en ik was op zoo'n schiet-schuit-mee... neen... zeeziek zou 'k niet wezen, ik zond u vast een draadbericht: »de vijand krijgt op z'n gezicht, de hemel is slechts vuur en licht, en donderslag en bliksemschicht, doch ik weet niet van vreezen«.
Maar zij werd niet zeeziek en braakte ook niet. «Het is een goed middel tegen zeeziekte, als men een maag van staal heeft en dan ook niet vergeet, dat men iets meer is dan een mensch. Nu is de vrees voor zeeziekte geweken. Hoe fijner men is, des te meer kan men verdragen.» «Krak!» zei de eierschaal; er ging een kruiwagen over haar heen. «Hemel!
Geen onzer was zeeziek, alhoewel er buitengewoon veel over moeheid, hoofdpijn en lusteloosheid werd geklaagd, maar dit mocht, o, heelemaal niet, aan den invloed van de schommelingen van het schip worden toegeschreven. Men went ten slotte aan alles; al zou in de laatste dagen het schip op haar kop zijn gaan staan, dan geloof ik nog, dat de meeste passagiers zich goed zouden gehouden hebben.
Al was het maar voor een week, voor vier dagen zelfs, zij zou ... ja, zij zou er de reis dolgraag voor over hebben, al moest zij dan nog eens weer heel zeeziek wezen!
"Zoo," antwoordde Passepartout, die een oogenblik verbaasd scheen. "Maar hoe komt het dat ik u aan boord nog niet gezien heb sedert wij Calcutta verlaten hebben?" "Och, ik was een weinig zeeziek.... Ik ben daarom in mijne hut gebleven.... Ik schijn beter tegen de lucht der Indische zee te kunnen dan tegen die van de Golf van Bengalen. Hoe gaat het uw meester, Phileas Fogg?"
Blazend, hijgend, rillend, laat ge uw blik dwalen over eene verzameling van daken en schoorsteenen, over grijsachtige velden en donkergroene massaas; in stille bewondering staart ge naar een wemelenden nevel aan den horizon, die nu eens de zee en dan weder een bergketen moet voorstellen; na dit verwarde, onharmonische tooneel een poosje te hebben aangegaapt, daalt ge weer, met groote stappen, de altijd draaiende trap af, die u bijna duizelig en zeeziek maakt, zoodat ge u moet vasthouden aan een vies, vettig, glimmend touw, en recht dankbaar zijt, als ge eindelijk weer onder uwe voeten den vasten grond gevoelt, waarop de natuur gewild heeft dat wij ons bewegen zouden.
Een ganschen dag op zee en zelfs meer dan een dag! Arme Mattia! En het deed hem plezier zeeziek te zijn! Maar de dag ging toch om en ik bracht mijn tijd door met van de kajuit naar het dek en van het dek naar de kajuit te gaan. Eens dat ik met den kapitein stond te praten, zeide hij, terwijl hij met de hand wees: Harfleur.
Bij ruw weder was ik vaak wat zeeziek, en dan placht hij bij mij te komen en op klagenden toon te zeggen: "Arme, arme man!" Maar het denkbeeld, dat bij gedurende zijn leven op zee gekregen had van iemand die zeeziek is, was al te kluchtig; en meestal moest hij het gezicht afwenden om een stil of luid gelach te onderdrukken, en eerst daarna zijn uitroep: "Arme, arme man!" te herhalen.
Soekabrenti is een paradijs, en gij moet het u kwalijk kunnen voorstellen, dunkt mij, dat ik de moeite neem, mij iederen zomer op Linschoten te gaan begraven. Hebt gij goede tijding van de oude mevrouw Dijk?" "Uitmuntende tijding. Zij is in het geheel niet zeeziek geweest, en Londen, schrijven mijne zusters mij, is nog niet half groot genoeg naar haar zin.
»Röp 't volk hoera! bromme dan maor mee en vraoge an dien naosten of de ligtekooijen al weg zint en doe dan de oogen maor weer lös eerst 't eene en dan 't aandere. »Verders bint er in 't spul springers en kunstemakers, die dinge doet, waorvan een ordinaris Christenmense 't hart in 't lief ummedreit. Willem Snikkink, de dregonder, was er zeeziek van eworden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek