Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
Deze, zich doodelijk gekwetst voelende, begon te wankelen doch had nog, terwijl hij ineenzakte, de kracht om te roepen: "Sla toe! Sla toe!" De beul, op dit bevel, slingerde zijn bliksemend zwaard door de lucht ... en het hoofd der arme Witta rolde ten gronde ... Een lange angstschreeuw, een akelige noodkreet weergalmde terzelfder tijd op het plein en op den toren.
"Mijn God ... trouwen ... wat zegt gij, Witta?" stamelde jonkver Wulf, sidderend van het geweld dat zij deed om den diepen indruk dezer tijding op haar te verbergen. "Het zou voorwaar een eervol huwelijk zijn, Dakerlia. Mher Rijkaard Van Woumen is een zeer geacht ridder en uiterst machtig bij den graaf." "Maar die Placida, kent gij haar, Witta?" "Zeker. Men roemt hare schoonheid.
Burchard bemerkte den verrader van op den toren. Hij nam, zonder iets te zeggen, den boog uit de handen van eenen zijner mannen, legde er eenen pijl op en mikte ... Met eenen angstigen gil sprong Dakerlia naar hem toe en wilde hem den boog uit de handen rukken, terwijl zij riep: "Houd op, laat af, uw pijl is een doodvonnis voor de ongelukkige Witta!"
Indien gij voor het verloop van dien tijd u niet in zijne genade hebt overgegeven, zal, tot een voorbeeld en tot wraak over den moord van graaf Karel, deze jonkvrouw, Witta Sneloghe, zuster van een der moordenaars, onder uwe oogen door den beul het hoofd worden afgeslagen. Ziet aldus wat u te doen staat; wij wachten uw antwoord."
"Poog dus niet van mij te weten waarom ik u ga verlaten." Dakerlia en Witta begonnen te weenen, doch zonder klagen. "Ik begrijp en ik gevoel wel aan mijn eigen hart dat dit onverwacht vaarwel u moet bedroeven", zeide Robrecht, "maar troosten wij ons, in de gedachte dat ik waarschijnlijk binnen weinige dagen hier reeds terug zal zijn.
Zij bleven beiden angstig naar de deur kijken, totdat het gerucht in de wachtkamer verging, en zij den intredende door zijne gezellen hoorden verwelkomen met den roep: "Vive Dieu, voici Raoul!" "Maar, Dakerlia", zeide Witta na eene wijl, "waarom toont gij u zoo bitter en zoo onverbiddelijk hard voor mher Vos? Hij heeft ons toch gered, niet waar, en zijne eer en zijn leven voor ons gewaagd?
Nu wist zij waarom zij, maanden reeds voor haar vertrek, eene onweerstaanbare neiging had gevoeld om hare bezoeken bij Witta in getal te verminderen en in duur te verkorten; waarom zij zwijgend was geworden in Robrechts tegenwoordigheid en den blik nedersloeg als hij haar bezag.... Ah, daarom had het beeld van Robrecht op geheel deze reis haar vervolgd als een onverjaagbare droom!
Hij wendde zich bij voorkeur tot Witta, die een groot vermaak in zijne samenspraak scheen te vinden en niet naliet bij elke gelegenheid hem te loven en te danken voor de krachtdadige hulp welke hij tot hunne redding had geleend. Ja, zij getuigde dikwijls dat zijne edelmoedige opoffering en zijne onversaagdheid alleen het welgelukken dezer vermetele onderneming hadden mogelijk gemaakt.
Dien dag moesten onder hen vele Fransche krijgsknechten zich bevinden; want Dakerlia hoorde de schetterende galmen der Walsche taal onophoudend klinken. Misschien waren deze lieden door het gebruiken van drank aangehitst. Zij spraken veel en lachten soms luidruchtig. Getroffen door het gerucht van zware stappen in den gang, riep Dakerlia bevende: "Witta, o Witta, daar is hij!"
Daarvan komt het, Witta, dat onze vijanden alle Kerels dien naam als een spotwoord toewerpen ." "Ja, maar de Kerels noemen de Leenheeren Isegrims, dat is wolven. Het is niet schooner...." "Later op den dag zagen wij Mardyck en de nieuwe kerk in de duinen, die de priester Dino-Clesia heette, dat is Duinkerke.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek