Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juli 2025
Dakerlia kwam met uitgestrekte armen tot Robrecht geloopen en juichte over zijne behoudenis; maar een grievende angstschreeuw ontvloog de ontstelde jonkvrouw, toen haar verloofde, stom en met eenen traan in de oogen, den vinger naar de benedenkerk richtte en daar op een lijk wees dat met verpletterd hoofd ten gronde lag uitgestrekt. "Wee, wee, Yorg Koevoet!" zuchtte Dakerlia.
Deze, zich doodelijk gekwetst voelende, begon te wankelen doch had nog, terwijl hij ineenzakte, de kracht om te roepen: "Sla toe! Sla toe!" De beul, op dit bevel, slingerde zijn bliksemend zwaard door de lucht ... en het hoofd der arme Witta rolde ten gronde ... Een lange angstschreeuw, een akelige noodkreet weergalmde terzelfder tijd op het plein en op den toren.
Alhoewel hij den rug naar de straat hield gekeerd, sloeg dit gezicht haar met eenen onzeglijken schrik; maar op hetzelfde oogenblik deed de heer eene beweging en wendde zich naar het venster, op zulke wijze, dat het meisje zijn gelaat kon herkennen. Een versmachte angstschreeuw ontsnapte haar; zij begon op hare beenen te wankelen en leunde tegen den muur om niet neder te storten.
Dakerlia vloog haren verloofde met eenen angstschreeuw aan den hals. "Arme Robrecht!" zuchtte zij. "Wee, wee ons, het is Witta, de goede Witta! Gruwelijk, Disdir Vos, de valsche verrader, stoot haar voort en mishandelt haar!" "Mijne zuster? Zij ook, zij zou boeten voor de misdaad! O, neen, mijn God, laat mij sterven; maar behoed een arm, onschuldig kind!"
Dakerlia slaakte eenen angstschreeuw, sprong vooruit en rukte de doos uit zijne handen ... maar, alsof zij besef had van de onbetamelijkheid harer daad, gaf zij ze spoedig terug. Dan bezwijkende onder hare geweldige ontsteltenis, liet zij zich op eenen stoel vallen en bleef daar beschaamd en overvloedig weenend, met den blik neergeslagen zitten.
Een angstschreeuw ontvloog ons, toen wij in de nabijheid des priesters eenen wagen of caisson met buskruid in de lucht zagen springen. Eene wijl betreurden wij zijnen waarschijnlijken dood; doch niet zoohaast was de dikke rookwolk opgeklaard, of wij zagen hem ongedeerd en even werkzaam bij zijn kanon staan .
Een schallende angstschreeuw weergalmde op den toren, en beulen en schildwachten bogen sidderend zich over de leuning, om neder te blikken op drie lijken ... Dan werd het op den toren en op de ganschen burg doodstil, als hadde het gezicht van het gruwelijk schouwspel iedereen met afgrijzen en met verstomdheid geslagen. Vervolg van de Geschiedenis der Kerels
Een angstschreeuw ontsnapte terzelfdertijd aan Dakerlia en Robrecht en, als vreesden zij dat dit afscheid eeuwig zou zijn, sprongen hun beiden de tranen uit de oogen. Dakerlia hief met een plechtig gebaar den vinger ten hemel, wees dus aan haren verloofde de baak der hoop en riep: "Robrecht, Robrecht, er is een beter leven. Vaarwel, tot wederziens daarboven ... mijn vader, Witta!"
Hem ontsnapt een angstschreeuw bij het gezicht van zijnen jongen kameraad, die met de sabel in de vuist de krankzinnige juffer schijnt te willen vermoorden, terwijl zij voor zijne voeten kruipt en om genade kermt. Hij springt op hem toe, ontrukt hem zijn wapen, sluit hem in de armen en zegt met diep medelijden: "Ongelukkige vriend, wat gebeurt u? Kom, houd u stil, bedaar; het zal overgaan."
Dit schromelijk gepeins ontrukte telkens den jongeling eenen nieuwen angstschreeuw, en hij sloeg zich de handen voor de oogen als om het spookgezicht te verjagen dat hem de ijskoude des doods door de aderen deed vlieten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek