United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Derde Hoofdstuk. De lompenmolen, zooals de papiermolen van ouds her in den ganschen omtrek genoemd werd, lag bekoorlijk tusschen hoog oud geboomte aan het ruischend riviertje. Het statige woonhuis, met den vergulden weerhaan op het spitse leien dak, was gebouwd in de eerste helft der vorige eeuw en had geheel het karakter van dien tijd behouden.

En hij vroeg aan den wachter of er geen kost was voor de nimmer slapende honden, waardoor ze, vretend, vergaten hun wacht. Veelwijze sprak toen: "Op Mimirs hoogen boom, die een dak van wolkig loof breidt over heel de wereld, woont Weerhaan in schitterenden schijn. Beide zijn wieken als gebraden bouten zouden een kost zijn, waardoor de honden, vretend, vergaten hun wacht."

Ze vond eerder, dat alles er nog wel 't zelfde uitzag. Daar was de vijver, die in haar jeugd vol visschen was, en waar niemand durfde hengelen, omdat Vader wilde, dat men de visschen met rust zou laten. Daar was de knechtenkamer en de schuur, en de stal met de etensbel boven den eenen gevel, en den weerhaan boven den anderen.

N., maar in ouden stijl natuurlijk, en de beide huizen moeten elkander blijven gelijken: den spitsen gevel zullen wij behouden, den weerhaan zullen wij weder laten draaien; groote ruiten zullen er in moeten, hm! ja, het staat anders aardig die kleine ruitjes, maar achter boven wilde ik ze behouden voor de aardigheid, vindt je het goed?

Toen vroeg hem Koeltewind of er geen wapen was, waarmede hij Weerhaan naar het land van Hel kon zenden. Veelwijze antwoordde: "Treftwijg is het wapen, dat Weerhaan kan dooden. Bij Sinmara diep onder de harde aarde ligt het gesloten achter een negenvoudig slot." Koeltewind wilde nu weten, of wie er heen ging om die roede te rooven, ontkomen kon; en welke gave Sinmara vroeg als geschenk.

Dewijl het leger aan de verkiezingen, die weder op handen waren, geen deel nam, zaten de directeuren, die het onderling reeds lang oneens waren en elkander, doch vooral den cynieken weerhaan Barras volstrekt niet vertrouwden, met dien stapel adressen vrijwel verlegen; doch tevens vonden zij hierin het bewijs, dat Bonaparte hen steunde in de kracht om zoo noodig te handelen.

Nu staat mijnheer Laurence naar de lucht te kijken en naar den weerhaan; ik wou dat hij ook meeging! Daar is Laurie, hij ziet er uit als een matroos leuke jongen toch! O, hemel, daar is een rijtuig vol menschen een jonge dame, een klein meisje en twee verschrikkelijke jongens. De eene is lam, arme ziel, hij loopt op een kruk. Dat heeft Laurie ons niet verteld. Maakt voort, zeg, het is al laat.

Jo stond een oogenblik in gedachten verzonken het portret aan te staren; toen ontplooide zich haar gefronst voorhoofd, en zei zij met een beslist knikje "neen, dank u, mijnheer, u bent heel aardig, maar niet standvastiger dan een weerhaan; schrijf dus maar geen aandoenlijke briefjes, en glimlach maar niet zoo dierbaar, want het helpt je niets, en ik wil het niet hebben!"

Nu, daar men de alleronmenschelijkste beul zou moeten wezen, om 't iemand kwalijk te nemen dat hij u niet kent, indien hij u nooit zijn dagen gezien heeft, schonk ik den goeden diaconieburger op dit punt eene volkomene vergiffenis, liet mijn koffertje, totdat het afgehaald worden zou, in de "Rustende Moor", en sukkelde met mijn nieuwen kennis naar het huis mijns ooms; onder het faveur van onderweg vriendelijk door hem onderricht te worden aangaande het doel van een groot gebouw met gotische deuren en vensters, waarop een toren stond met ordentelijke omgangen, appel en weerhaan, 't welk hij zeide "de kerk" te wezen; als ook omtrent een breede streep groenkleurig vocht tusschen twee hooge gemetselde wallen, 't welk hij verklaarde "de gracht" te zijn.

De weg was breeder geworden, zij stegen dus gemakkelijker de hoogte op, dikwijls de kronkeling van het pad verlatend en de rotsen opklauterend om er gauwer te zijn. Eensklaps hoorden zij een luid geroep, en zij zagen naar boven en bespeurden Sir Archibald staande op de steenmassa, waarin de weêrhaan geplant was en wuivende met zijne reispet. Zij repten zich en weldra hadden ook zij de hut bereikt.