Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 augustus 2024


"Er is nog iets meer, geloof ik," en mevrouw March liefkoosde de zachte wang, die plotseling bloosde, toen Meta langzaam zei: "Ja, het is heel mal, maar ik wou het toch maar vertellen, omdat ik het zoo naar vind, dat de menschen zulke dingen over ons en Laurie zeggen en denken."

Ze stapte vlug in en was blij, toen de portieren gesloten waren en de trein zich in beweging zette. Zij begon nu vermoeid en slaperig te worden; ze leunde in haar hoekje en sloot de oogen, al haar best doende om zich te verzetten tegen het gevoel van angstige gejaagdheid, dat zich van haar trachtte meester te maken. Ze wou flink zijn, flink zijn, flink zijn, herhaalde ze zacht bij zichzelf.

Maar op het kasteel was het erger geweest: daar waren zij, bewerend dat het buiten onbewoond was en dus aan niemand toebehoorde, met geweld binnen gebroken, vertelde de schreiende tuinman, en hadden er al den wijn en ook al de kleeren van meneer en van zijn zoon gestolen. En toen de tuinman hen dat wou beletten, hadden zij gedreigd hem neer te schieten.

't Lag met zijne armen zoo subiet hopeloos geweld te doen ... en te rukken aan de sargie, met zijn nagels ... en 't heeft mij meteen bezien, met zijn oogskens wijd open.... Wat wou 't zeggen, o God! 't En kon niet spreken, en die oogen.... Ik dacht dat het te roepen begon. 't En zei niets. 't Waren die oogen. Drink een beetje, lieve. Ja. Ze grabbelde bibberend naar het glas.

En zoo zag hij steeds wat hij hebben wou, En nooit zag hij wat hij had, En hij dacht eerst hoe hij het minnen zou Als hij het niet meer bezat. En dan ging hij door der nachten schijn, Met de starren boven zijn hoofd, En zijn hart zong, dat het daar zou zijn, Maar hij heeft het niet geloofd.

Hij probeerde zich wijs te maken dat hij dat alles weer eens wou zien. Maar 't was om de drukte, de herrie alleen, die versufte, verdoofde, dof-dronken deed worden hem die gewoon was te leven in wijde stilte en eenzaamheid.

Hevig geklop en gebons op de voordeur werd gehoord. Twee stemmen schreeuwden door elkaar: "Doe voor de die en dat dadelijk open, ellendelingen! Wou je de militairen buitensluiten? Open, zeg ik je, ontuig! of we trappen de deur in! En dan rijgen we je een voor een aan de bajonet!" De gruwelijkste vloeken doorspekten deze bedreigingen.

Daar "verschoot" zij van. Maar het was Kreel, die het deed, zooals zij tegelijkertijd zag. Mijn kameraad Kreel was haar over de afgevallen bladeren doodsstil nageloopen. Mijn zuster werd heel driftig. Zij trok aan de hand, die Kreel vasthield. Maar Kreel wou de hand niet loslaten. En hij zeide: "Trijn, het brandewijntje was van "mijn"."

Ze maakten zulk een spektakel, dat hij bang was, dat een van hen zich los zou rukken, en hij meende, dat het maar het beste was uit den koestal weg te sluipen. Toen hij weer buiten kwam, was hij recht moedeloos. Hij kon wel begrijpen, dat niemand op de hoeve hem wou helpen om den kabouter te vinden. En het zou ook wel niet veel helpen, al vond hij hem.

Het hinderde haar, dat hij ze zoo vast hield, ze zoo aanzag. Maar hij liet ze nu los en ze gingen weêr op hunne bankjes zitten, zoet, zacht, stil. Toch hebben ze beiden iets van u, hield hij vol. Mogelijk! sprak ze. Mevrouw! hernam hij, als wilde hij haar iets gewichtigs zeggen. Ik woû u ronduit iets vragen.

Woord Van De Dag

bladopperhuid

Anderen Op Zoek