Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
„Och, beste vrind! ’t was dadelijk op, dat begrijp je, voor huur enzoovoort. Maar enfin! dáár is al voor gezorgd: ik heb hem wat gestuurd; je begrijpt, voor de zieke, nam hij ’t graag aan, zoo’n beetje victualie, en voor de eerste dagen is er over dag een vrouw in huis.
En hij gaf ook een hand aan den gastheer, een beursman, een vrind van zijn oom, een goeden bekende; en rondkijkende voelde hij zich toen dadelijk bedaard worden, want eigenlijk waren 't bijna allemaal goede vrinden en kennissen. Daar hadt-je Sam en André, Hendrik, en Hugo en Kees. En aan den anderen kant, bij de meisjes, daar stonden Betsy en Marie en Jo en Lize en Doortje......
Dus gingen ze aan den wandel, Hendrik en Bernard en ze bleven den heelen middag uit, en dronken een borrel in Overveen. Ze waren nog nooit zoo lang samen alleen geweest. Bijna altijd zagen ze elkaar in gezelschap van anderen. En 't was Bernard of hij zijn vrind nu voor 't eerst goed zag.
Allen zwijgen, getroffen door den innig medelijdenden toon van mevrouw Grootes stem. „Kom!” herhaalt zij, „huil zoo niet, ouwe vrind; kom ’t zal wel zoo erg niet wezen.” „Ik
Hoezee!" geroepen te hebben, daalt hij zoo vlug als eene kat naar beneden en komt ongedeerd aan boord van zijn schip terug. "Huib Maerland, je bent een held!" roept Tromp. Maar Jonge Kees pakt den ouden matroos beet en omhelst hem, zeggende: "Huib, wat ben ik blij dat jij mijn vrind bent!" "Stil, Jonge Kees, stil! Kijk eens, wie wordt daar weggedragen?" "'T is Adriaan, ik zie het! 'T is Adriaan!
Enkele geslachtsnamen toonen door hunne spelling en geheel hun voorkomen aan dat zy ontstaan zijn in de saksische tongvallen, in het zoogenoemde Plat-Duitsch, dat over onze oostelike grenzen gesproken wordt. Vry algemeen Nederlandsch is de uitspraak van het woord vriend als vrind. In den geslachtsnaam De Vrind komt deze uitspraak voor.
En ze hadden heelemaal maar zeven minuten voor de trein naar Baarn vertrok. Dat kwam doordat die trein van Edward zoo over zijn tijd was. En daarbij moest er nog gezorgd worden voor zijn bagage. Dat nam Bernard toen maar op zich, want hij kon toch niet praten met zijn vrind. Hij deed 't vlug, oplettend en secuur, als om zich zelf afleiding te geven in die zorg.
Bernard luisterde rustig naar zijn ijverig pratenden vrind en zei nu-en-dan ook een paar woorden met een opgeruimde, kalm-blanke stem, aldoor in die stemming van stil-wijs evenwicht, berustend in zijn alleen-zijn, zonder behoefte aan uiting en bijval, koel versmadend de soort van troost die komen kon van wat men vrienden noemde.
Strijkman heeft intusschen al zijn kalmte teruggekregen, neemt zijn toevlucht tot onbeschaamdheid en antwoordt: "Dat zal u me dienen waar te maken, meneer de avekaat; al ben ik maar een burgerman, daarom ben ik toch niet in de wereld om mij te laten uitschelden voor schurk; en ik zal het verder zoeken om..." "Wees bedaard, goede vrind: ik weet zeer goed, wat ik zeg.
Door dat anhoudende gebel gaat er bove een raam ope, en roept een man: "Vrind, wat mot u?" Maar ik kijk niet na bove. "Nou mot ik wete wat dat is" zeit de dokter "want die man ken wel doof weze." Hij komt ongekleed beneje, zet die deur vierkant voor mijn ope, en om rede 't licht brandde, schreef ik me boo'schap op 't leitje.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek