United States or Guadeloupe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe had hij verlangd naar 't weerzien van Edward, zijn eenigen vrind dat had hij hem toch zoo dikwijls geschreven en altijd had de toon van 't antwoord zuiver teruggeklonken! hoe had hij naar hem verlangd en wat 'n teleurstelling was 't voor hem geweest, dat hij hem maar zoo'n paar enkele minuten had kunnen zien aan 't station!.... Was er dan niets in Edwards ziel geweest, noch van dat verlangen, noch van die teleurstelling?!....

"Nou, 'k was netuurlijk zonder vrind of maagd, en wat zou 'k me verloftijd verspore, dus die eigeste ochend nam 'k met me loodpot me intree in die Ree van Batavia. 'k Gaan an 'n tafeltje zitte; die waardin kijkt me an, en zeit: da's bloemkool. Wat beteekent na ondergeteekende later vernam dat ie z'n gratificatie nog had, want anders zeit die madam: 't is savoye.

Mijn hart en mond Zal hem, in elken morgenstond, En elken avond prijzen. Die perzik gaf mijn vader mij, Om dat ik vlijtig leer. Nu eet ik vergenoegd en blij. Die perzik smaakt naar meer. De vrolijkheid past aan de jeugd Die leerzaam zig betoont. De naarstigheid, die kinderdeugd, Wordt altoos wel beloond. Mijn vader is mijn beste vrind. Hij noemt mij steeds zijn lieve kind.

Ik verlang er zoo naar je te zien, je bij me te hebben! Ik had je bepaald verwacht den afgeloopen Zondag, en reken nu op je voor morgen." En Bernard kreeg een gloed van schaamte naar zijn hoofd, om al zijn harde gedachten over zijn verhouding tot zijn vrind. Wat een ongemotiveerd wantrouwen was dat geweest, niets dan gekrenkte trots en ijdelheid.

Hij fluisterde zacht: moeder.... moeder.... waarom ben je niet bij me gebleven?.... en waar is mijn vader, mijn vrind.... En hij dacht aan hun graf, daar ver buiten, op Zorgvliet. Hij was er niet dikwijls heengegaan. Ze waren daar immers toch niet. Ze waren niet in de kille duisternis, ze waren in 't licht, in 't diepe-stralende licht van eeuwige liefde.

Dat ging om in zijn hoofd terwijl hij stond te praten met Kees, die een oude vrind van hem was, vroeger veel gezien, nu bijna niet meer gekend en in die stemming van 't oogenblik gehaat om zijn flinke opgewektheid, zijn levenslust van hollandschen-jongen, de kinderlijke naïviteit van zijn trachten den gasten een prettigen avond te bezorgen.

De ander, daar blijkbaar door getroffen, zei plotseling dat 't toch zoo jammer was, dat hij, Bernard, ook niet was gaan studeeren, waarop Bernard, licht blozend, glimlachte en zei: "Ja!.... ja!.... och, maar dat ging nou niet!.... En misschien zou 'k er toch ook niet voor gedeugd hebben.... Ik weet niet of 'k wel een studiekop heb,.... 'k geloof 't eigenlijk niet...." Toen vroeg de student hem naar zijn zaken, en hij zei dat 't er best mee ging, en sprak er vlug over heen, en drong er op aan dat zijn vrind, die plan had 's middags naar Leiden terug te gaan, aan zijn tafel zou blijven eten en den avond met hem en zijn vrinden zou doorbrengen.

Ik plaag je niet; ik vraag maar of je niet wilt minnekoozen?" "Minnekoozen," hernam hij, met een schuinschen blik vol gramschap, van onder zijn bril uit, en lippen dik van toorn "minnekoos jij zelf!" "Met pleizier, beste vrind! maar de meisjes willen mij niet hebben. Ik ben te leelijk." "Je kunt mooi genoeg praten mijnheer!" zei Pieter, met de tanden op elkaar en bevende van haat.

En dat zeggend keek Edward zijn vrind even van terzij aan, zoo heelemaal met de oude, lang-gekende vrindenoogen, dat hij met dien blik 't opgekomen gevoel van niet-begrepen-zijn terugdrong in Bernards gemoed, achter warme emotie van zich geliefd voelen. "Dat is best!" zei Bernard met een glimlach van innige vreugde.

Eindelijk lag de vrind op de kanapee en Bernard in zijn bed. Het licht was uit. Ze praatten nog even met onderdrukte bromstemmen. "Nou.... wel te rusten," zei toen Bernard, om er 'n eind aan te maken. "Slaap wel," zei zijn vrind. En de stilte groeide......