Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


»Hoe langer het duurde, hoe liever," zegt Charles met een bijzonderen, warmen klank in zijn stem. »Is het u niet opgevallen, dat ik reeds zooveel weken op Vredenoord vertoef? Begrijpt gij niet Lena, dat gij er de oorzaak van zijt?" Een hoogrood kleurt haar wangen neen, dat komt niet van den weerschijn der avondzon!

De oogen echter van tante Martje straalden vol hoop, moed en vertrouwen. Hadden de laatste woorden van den schranderen baas van Vredenoord den grond gelegd tot dit anders zoo onverklaarbaar vertrouwen? Aan niemand dan aan haar man had tante Martje die laatste woorden medegedeeld, doch hij had ongeloovig het hoofd geschud.

Hij had niet gedacht, dat hij Vredenoord ooit weer zou zien, en zie nu was hij er geen uur meer van daan! Zoo wonderlijk kan het gaan met den mensch. De mensch wikt, doch God beschikt. Twee maanden geleden zat Marling nog op een Londensche kantoorkruk, en nu is hij in het hartje der Transvaalsche wildernissen. En toch heeft alles zijn natuurlijk verloop gehad.

De oude vrouw Kloppers is reeds opgestaan en de binnentredenden tegemoet komende, neemt zij door den hoornen bril den vreemdeling op, die zwijgend wacht, of zij hem herkennen zal. »Wie is dat?" vraagt ze aan Lena. »Raad eens!" zegt Charles. Nu heeft ze hem herkend. »Charles, ben jij het jongen?" roept ze. »Wees welkom op Vredenoord!

Een groot aantal kennissen en vrienden zijn opgezocht, die beloofd hebben, heden avond op Vredenoord te komen, en Lena en Marling zijn nu op den terugweg. Pratend, keuvelend en schertsend rijden zij door, en zij hebben den leêren teugel los over den nek hunner paarden geworpen, die reeds verscheidene minuten stappen. Nu staakt het gesprek. De zon neigt naar de westerkimme.

Doch de stelligste plannen kunnen schipbreuk lijden, en reeds zes weken was de Engelschman de gast van Vredenoord. Lena's blauwe oogen hadden er schuld aan, en grootmoeder Kloppers, wier oogen oud begonnen te worden, keek op d

Zijn moeder en zijn eenige broeder Eduard, die in Londen woonden, kwamen hem te Vredenoord afhalen, en thans begon voor hem een nieuw leven.

Links is niets te zien, doch rechts nadert een ruiter. Hij vermoedt ten minste, dat het een ruiter is, en nu hij zoo dicht bij Vredenoord is, wekt alles, ook die ruiter, zijn belangstelling. Hij slaat den teugel van het paard om zijn arm, en het dier rukt met zijn lange, gele tanden aan de bladeren van de kastanjeboomen. Met eenig ongeduld wacht Marling op den ruiter.

In het midden der tafel hadden Dirk Kloppers en zijne vrouw plaats genomen, beiden met een glimlach van voldoening op het gelaat, en de petroleumlamp, die reeds sedert jaren het sobere licht der vetkaars op Vredenoord had verdrongen, wierp over al die vroolijke en lachende menschen haar helder en rustig licht. Intusschen bediende Lena met vaardige hand de gasten.

»Natuurlijk in Johannesburg," herneemt Marling; »dacht jij soms in Vredenoord?" Doch Lena antwoordt niet op die vraag en zegt: »Kom Charles, we zullen maken, dat we spoedig thuis komen, en Grootmoeder verrassen. Dat ouwe beest van jou zal ook wel naar den stal verlangen hoe heet het toch eigenlijk, Charles?" »Weet ik het?" zegt hij lachend.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek