Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Om tien uur komt de goede man bij mij in het hemelsblauwe vest en de blauwe broek, met een opgezet gelaat, rood onder de witte muts, schitterende oogen en lachenden mond: "Komaan, die heeft zijn loon gekregen!... U weet niet, wat er gebeurd is?... Ja, ja, hij heeft er van gelust! tweehonderd stokslagen! die zullen hem heugen!... Het is de zoon van een mijner vrienden; hij komt dezen namiddag bij mij en vraagt mij voor zijn vader hem mijn muilezel te leenen.

Doe daarom geen gelofte, vooral niet omdat niemand er u naar vraagt. Het eenige, dat ik niet goed vind in uw besluit, is dat gij en Tolstoi, zoo ik mij niet vergis, u boos hebt gemaakt, hetzij op het publiek hetzij op de litteratuur.

En Mattia, die het volste vertrouwen had in zijne kennis van de taal, gaat recht op een grooten man met een rooden baard af en vraagt hem heel beleefd, met den hoed in de hand, den weg naar Green-Square.

Hij maakt hun duidelijk, dat Hij van zijn gunstgenooten bovenal de offerande van hun gansche leven vraagt. Daarom wijst Hij uit Zijn gemeenschap de goddeloozen, die Zijne woorden achter hunnen rug werpen; degenen, die deelen met de dieven, die deelgenooten der overspelers zijn, en lastering spreken tegen den zoon hunner moeder.

Is de gezondheid van Uwe Edelheid goed? vraagt de ket-khoda, terwijl hij de hand op zijn hart legt. Zij is goed, Gode zij dank, antwoordt mijn echtgenoot. Is de gezondheid van Uwe Edelheid zeer goed? Bij uwe mogendheid, zij is zeer goed. En is de gezondheid van Uwe Edelheid goed? Sedert de komst van Uwe Edelheid in dit land is zij uitmuntend.

Nu volgt een kronkelende neerhaal: "Werkelijk, ik heb over de meeste dingen die u mij vraagt nooit nagedacht; eigenlijk denk ik nooit na en laat ik mij leven volgens mijn gevoelens, want ik geloof dat ik meer voel dan denk. Welnu, hoe zal ik dan hierover uitweiden?

Mijn vijand bood toen zijn verontschuldigingen aan en bood mij een stok aan. "Don Pompeyo," zeide nu de monarch tot mij, "neem den stok en laat mijn tegenwoordigheid u niet verhinderen uw vijand te slaan." "Neen heer," antwoordde ik, "het is voldoende dat hij wil toelaten stokslagen te ontvangen: een beleedigde Spanjaard vraagt niet meer."

Het is waar, dat hij voor mij een groote steun is, omdat er niemand is, hoe vertrouwelijk hij ook met mij mee spreekt, of mijn knecht moet er het zijne van weten en vraagt men mij iets, dan is hij zóó bang, dat ik niet zal weten te antwoorden, dat hij dadelijk ja of neen zegt, al naar hij 't het best acht.

"Zul je van avond met mij dansen?" "Dat weet ik nog niet," verstoutte zij zich. "Je komt zeker wel," zeide hij bewust. "We zullen pret maken." "Als me geen ander vraagt, misschien maar misschien ook niet." "Nee," zei hij, "ik heb je gevraagd en van avond gaan we samen uit." De schutterij trok verder en de menschen stuwden rondom voort. Willem was weg.

Dien brief heeft de schrijfster een tijdlang in handen gehad. De schrijfster hoopt recht gedaan te hebben aan die edelaardigheid, grootmoedigheid en menschelijkheid, welke vele personen in het Zuiden onderscheiden. Zulke voorbeelden hebben haar voor geheele wanhoop aan het menschdom bewaard. Maar zij vraagt iedereen, die de wereld kent, of zulke karakters ergens gewoon zijn.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek