Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
»Nu," zeide hij, »het is het beste, dat ge nu nog naar hem toegaat en het hem vraagt; maar ik denk, dat gij een vreemd antwoord zult krijgen." Ik ging dus naar hem toe: »Hebt u er iets tegen, dat ik naar den wal ga, mijnheer?" »Naar den wal, mijnheer!" schreeuwde hij. »En wie duivel zal voor den dienst opkomen, als gij naar den wal gaat? Naar den wal?
En nu wilde ik, dat u met Frank sprak. Dat u hem ronduit vraagt of hij nog die vrouw, die toch in zijn vroeger leven eene plaats heeft gehad, liefheeft, of hij haar niet vergeten kan. Of hij daarom zoo stil en zoo somber is, als hij hier is. Laat hij openhartig met u spreken. Ik hoor liever mijn vonnis, dan in dien twijfel voort te leven.
Men ontvangt ons overal vriendelijk; men herbergt en voedt ons, en men vraagt slechts gebeden in ruil. Daarom hebben wij nooit geld bij ons; wij geven ons over aan de Voorzienigheid." "O, neen," viel ik hem in de rede, daar geeft ge u niet aan over; ge hebt altijd van die lieve goudstukjes bij u om nog zekerder van de Voorzienigheid te zijn.
Als gij het er maar vinden kunt voor u zelf is het genoeg. Maak dan maar gauw dat ge er komt." "Maar freule! van u scheiden! U hier alleen laten?" "Ik blijf hier ook niet, en bij 't geen ik te doen heb zoudt gij mij maar in den weg zijn." "Maar wat wilt gij dan doen?" "Waar vraagt gij naar?
"Wie had men kunnen straffen?" vraagt Geelvinck: "men had den halven Haag moeten ophangen." "De Prins is geen huichelaar," zegt Witsen: "en ik heb mij overtuigd gehouden, dat hij diep getroffen was door dat beklaaglijke voorval." "Juist!" zegt Appelman: "men is bij zulke gelegenheden diep getroffen; maar men profiteert van het gebeurde."
Zij hebben ons geleerd, hoe wij doen moesten, d.i. niet als zij. Weer een bewijs, dat leed recht heeft van bestaan. Zij, die ons vroeger heftig bestreden, komen nu tot ons met liefde en vriendschap. Zij zeggen het niet in woorden, maar daden getuigen daarvan. In iederen brief vraagt onze schoonzus ons over te komen; ons zijn bij hen doet goed aan haar en haar huis, zegt ze telkens.
Samen met den kardinaal Nicolaas van Cusa, dien hij op diens beroemde reis door het Duitsche rijk begeleidt en ter zijde staat, wordt hij in 1451 te Brussel door den hertog ontvangen. Dionysius, altijd beklemd door het gevoel, dat het der Kerk en christenheid slecht gaat, en groote onheilen naderen, vraagt in een vizioen: Heer, zullen de Turken in Rome komen?
Vervolgens wendt hij zich tot den vader en vraagt: "Zijt gij zeker van hetgeen gij mij gezegd hebt?" "Ik geloof het wel. Maar gij kunt het nog nader onderzoeken bij zijn beste vrienden, de familie Bodé Volckers. Daar is het zeker bekend. Het is een hupsche man, die Oliver, en een groot schilder tenminste, hij houdt zichzelf voor een groot schilder.
Pieter te blijven; maar zoo gij mij vraagt wat het eigenlijk wezen moest? Een paar gekruiste hengelrieten, een paar vischhoeken overkruis. Het is! zelden om den visch, dat men te Leiden vischt; het is om te visschen; en de langzaamste genieting van dit genot gaat voor de beste.
Van generaal Legendre, die de capitulatie van Baylen mede had onderteekend, greep hij de hand vast: "Die hand, generaal, die hand! Waarom is ze niet verdord, toen ze dat stuk onderteekende!" Vraagt dus niet hoe het donderde en weerlichtte bij zijn terugkomst te St. Cloud! Tevergeefs trachtte Cambacérès hem tot bedaren te brengen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek