United States or Cocos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Haar onderdanen moesten haar verliezen, terwijl zij met het volste recht hadden mogen hopen, nog lang de zegeningen van haar krachtvolle regeering te genieten. Neergebogen door de smart, aan zwaarmoedigheid ten prooi, overleed zij in November van het jaar 1504, op drie en vijftigjarigen leeftijd.

Gij begeert een ring aan den vinger, gij zult een ring aan den hals hebben. En zoo ge een vrouw aanziet, krijgt ge stokslagen. Gij zult op twintigjarigen leeftijd deze wereld intreden en haar op vijftigjarigen verlaten. Ge zult er jong, blozend, frisch, met schitterende oogen en al uw witte tanden binnen gaan, en haar gebroken, gekromd, gerimpeld, tandeloos, afzichtelijk, met wit haar verlaten.

Het heugt mij, een' vijftigjarigen Correspondent te hebben zien beven van verkropte gramschap, toen een lafbek van een' Associé de pen haalde door een' vier zijdjes langen brief, en echter ging de man naar zijnen lessenaar terug en schreef eenen anderen.

In 1853 liet Danilo, die het leger wilde organiseeren, voor het eerst in al de provinciën registers of stamboeken aanleggen, waarin de namen werden ingeschreven van alle manschappen tusschen de achttien en vijftig jaren; men meene nu echter niet dat de Montenegrijn, die op vijftigjarigen leeftijd nog in het volle bezit zijner krachten is, na dien tijd de wapenen niet meer voert, maar hij is dan niet langer tot de krijgsdienst verplicht.

Marten bracht zijne waren in de keuken en wachtte op het geld, dat hem hier altoos contant betaald werd. De heer Jan Gerritsz kwam het hem zelf brengen. 't Was een man van ongeveer vijftigjarigen leeftijd, met een prettig, levenslustig uiterlijk. »Dag Marten, hier heb je het geld. Is de hooibouw al afgeloopen?"

»Mijnheer," antwoordde William J. Bidulph, »als ik op vijf en vijftigjarigen leeftijd de erfgenaam werd van een man van een en dertig die honderd jaar oud zal worden, dan zou ik niet zoo onnoozel zijn om op mijn erfdeel te rekenen." »Uw dienaar, mijnheer," zeide Kin-Fo, zich naar de deur van het kabinet begevende.

Het 1e, van het verschijnen der Reuzen op Aarde uit de noordelijke streken, meermalen Arbal genoemd, en hun allengs zich van daar verheffende macht: het tweede, van hun uitval uit die streken, gevolgd van de vermeestering van Hanoch, de hoofdplaats van het Rijk der Kaïnieten, en van de verwoesting van het dal van Hemath, de schoone landstreek zich zuidwaarts uitstrekkende naar Bethur, het vaderlijk verblijf van Segol; het 3e, van de terugwerking der Kaïnieten tegen deze overweldiging en van oorlogvoering tegen de Reuzen, tot deze in het Noorden worden teruggedrongen; ten 4e, van een vijftigjarigen vrede en van een vernieuwden voorspoed voor de Kaïnieten, met wie het versmeltend overschot der met hen in afgoderij vervallen Sethieten zich vereenigd heeft: en eindelijk ten 5e, van een nog geduchteren inval der Reuzen: waardoor Hanoch opnieuw veroverd wordt met het land tot aan de Nilho, terwijl het aan de andere zijde van dien stroom gelegen dal van Hemath met Bethur telkens gedreigd en geteisterd wordt door de macht der Reuzen, die zich nu voor goed in het Oosten gevestigd en Hanoch tot zetel heeft, eenige beschaving heeft aangenomen, althans het genot der weelde heeft leeren kennen, en van daar het lot der cijnsbaarheid aan haar gezag aan de gansche Aarde op wil leggen.

Deze neef was een goede man van omstreeks vijftig jaren. Doch in weerwil van zijn vijftigjarigen leeftijd, zou het niet voorzichtig geweest zijn hem alleen te laten uitgaan.

Zoo iemand in dien tijd het stadje Vernon door en de schoone monumentale brug over ware gegaan, die, naar wij hopen, spoedig door een leelijke hangbrug van ijzerdraad vervangen zal worden, en dan een blik over de borstwering geslagen had, zou hij een man van vijftigjarigen ouderdom hebben kunnen zien, die een lederen pet, een broek en buis van grof grijs laken, waarop iets geels was genaaid, dat vroeger een rood lint moest geweest zijn, en klompen droeg.

Tegenover het, op gezegde wijze door de Spanjaarden en Franschen in Zuid-Nederland zegevierende Romanendom, stonden in het einde der 16de eeuw de Hollanders onder hunnen Prins van Oranje op, even als vroeger hunne voorvaderen, de Batavieren, onder Claudius Civilis. Het is zeer opmerkingswaardig, dat de Romeinen reeds bij die oude Batavieren menige eigenschap prezen, waarom nog heden ten dage de Nederlanders geprezen worden . Zij schenen hun zeer achtenswaardige menschen toe, van meer passieven dan actieven moed, die zich tot eene dappere verdediging hunner grenzen en hunner vrijheid bepaalden. In een vijftigjarigen , met afwisselend geluk gevoerden oorlog tegen de Spanjaarden, de toenmalige heeren der wereld, waarin zij zegevierend hunne onafhankelijkheid bewaarden, bewezen de nakomelingen dier Batavieren, hoe sterk de patriottische, dezen edelen Neder-Duitschen stam aangeborene, vrijheidsliefde is. De geheele heerlijkheid en kracht van dezen stam vertoonde zich nu in even heerlijke bloesems en vruchten, als eens in het oude Vlaanderen in den strijd tegen Frankrijk. Al het echt Nederlandsche verzamelde zich onder de vanen der Hollanders. De Vlaamsche dichters en vrijheidsmannen, hunne geleerden, hunne kooplieden en de kapitalen van deze laatsten, vluchtten van Gent, Brugge en Antwerpen naar het Noorden, dat nu de opvolger van het Zuiden werd. De Hollanders werden nu (nadat zij den Spanjaarden en Portugeezen een groot deel hunner koloniën afgenomen hadden), wat hunne Zuidelijke broeders, de Vlamingen, vroeger geweest waren, "de handelaars en scheepvaarders van Europa", en maakten hun land tot het groote magazijn van het werelddeel. Men kan zeggen, dat de handels-aangelegenheden driemalen in handen der Nederlanders geweest zijn: eens in de 14de en 15de eeuw, het Bourgondische tijdperk, binnen Gent en Brugge; een tweede maal in de 16de eeuw onder Karel