Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


Hun verzorger toonen zij geen bijzondere genegenheid; zij zijn tegen iedereen even vriendelijk en maken geen onderscheid tusschen den eenen persoon en den anderen. Hij, die hun iets te eten geeft, is hun lieveling; wie hen op de een of andere wijze vertoornt, wordt als een vijand beschouwd, en wanneer dit mogelijk is, ook op vijandige wijze behandeld.

Don Quichot zag hen, en daar zij er in hunne met meel bestoven werkpakken vrij wonderlijk uitzagen, meende hij dadelijk, hen voor tegen hem uitgezonden vijandige geesten en spookgedaanten te moeten houden. "Stommerikken!" schreeuwden intusschen de molenaarsknechts; "waar wilt gij dan toch naar toe? Wilt ge hier met geweld verzuipen of door de molenraden verpletterd worden?"

Nadat wij een ongestoorden nacht hadden doorgebracht op de plek, die onzijdig gebied scheen tusschen Jemmy's stam en het volk dat wij gisteren zagen, zeilden wij in aangename stemming verder. Ik ken geen duidelijker bewijs voor de vijandige verhouding der verschillende stammen, dan deze breede grensstrooken of onzijdige gronden.

De vreemdeling, die niet aan den uiterlijken schijn der dingen blijft hangen, en niet enkel de officiëele waarheid als de alleen geldende aanneemt, zal weldra tot de ontdekking komen, dat in de diepte der russische maatschappij vijandige elementen aan het woelen en gisten zijn: een conflict van vrij wat meer beteekenis, dan de meer of minder openlijk gevoerde strijd tusschen de wereldlijke geestelijkheid en de kloosterlingen.

Th. was toen op het toppunt van zijn roem, maar met het terugkeeren van rustiger tijden stak zijn tegenpartij het hoofd weder op; vooral wegens de vijandige houding, die hij tegen Sparta aannam, trachtte men hem onschadelijk te maken, hij werd beschuldigd van oneerlijkheid, knevelarij en persoonlijke eerzucht, en eindelijk bracht men het zoo ver, dat hij door het ostracismus verbannen werd.

Een andere maal, bij die uitstekend-gebeelde openingsscène in Nilus' taveerne, laat hij te midden het vertienvoudigde Jan Steen-rumoer telkens een ezelskop door een luik komen kijken en zijn I-ha balken. Máár eilaci, Couperus-zelf heeft weer eens gezien hoè aardig dit is, en nu wordt hij klaarblijkelijk door zoo een Midsummernight's Dream-Titania-verliefdheid op dien ezelskop bevangen, dat hij dien ter eere niets beters weet te doen dan bij deze gelegenheid, van zijn proza let maar op:"... om de volte, de veelte, de vaalte van het vage" een v-stal te maken. In trouwe: wie begaat nu zóó een alliteratie-trùcje èn meent, dat-ie iets moois heeft gedaan, behalve een veertienjarig gymnasiast?! Zoo wisselt voortdurend het kinderlijkst vaak kinderachtigst spel met den diep-menschelijken ernst af. Hoe uitstekend [p.85] bijv. zijn met weinig trekjes de edele figuren van Plinius den Jongeren en Tacitus, de geestige van Martialis gebeeld; hoe zuiver-idyllisch van toon is hun tafelend samenzijn. En zoo dan kon 't gebeuren, dat ik in mijzelf, al lezend, èn fel spotte, èn genietend prees.... Ja, laat mij naar waarheid hier boekstaven, dat ik ééns zóó ontroerde, dat deze mij oude en vertrouwde gedachte jong-heftig uit haar sluimer zich hief: hoe schoon is het leven naar alle zijden, de ruwe kracht van het volk èn de decadentie der verfijnden; wanneer zal ik toch den Eeuwigen Grond benaderen, waaruit heel die wereld van onafzienbaar-ver fonkelende en elkaar vijandige verscheidenheden ééndr

In de verte hoorde men dof tromgeroffel en geschetter van signaalhoorns, het gestamp van talrijke regelmatige voetstappen kwam naderbij en aan alle zijden zag men flambouwen het duister doorvlammen. Bij instinct begrepen allen hier tegenover een vijandige beweging te staan. Reeds grepen enkelen naar hun wapenen, maar Li hield hen terug. "Kalmte dat is op 't oogenblik het eenige noodige.

Welke vijandige hand, wat nijdige geest dreef de minnaar alzo tot zijn dood? Indien hij geweten had, hoeveel bittere tranen er op dit ogenblik voor hem gestort werden, hoe dikwijls zijn naam, uit de mond ener vrouw, de Hemel als een gebed werd toegestuurd; ho, dan zou hij zich zo roekloos de dood niet overgegeven hebben, hij ware wellicht als een lafaard teruggekeerd.

Moeder Laetitia was verontwaardigd, dat haar toestemming niet was gevraagd; de zusters werden terstond in hooge mate afgunstig op een schoonzuster, die burggravin was, die heel andere manieren had dan zij en die haar met haar mooie, rijke toiletten stellig zou overschaduwen; en de broers, doch vooral Lucien, die haar te Parijs een paar maal had gezien en haar een "oude vrouw" noemde, begonnen terstond tegenover haar voet te geven aan een vijandige gezindheid, welke haar oorsprong vond in minachting en jaloezie, die slechts zelden uitkwam door een daad, doch die Joséphine niettemin bijna tot aan haar dood heeft vervolgd.

Dan hecht zij haar brief aan een pijl en laat dien in het vijandige kamp schieten. De Engelschen bespotten en hoonen haar, schelden haar uit. »Er is nieuws van de h... van de Armagnacs«, roepen zij uit. Als Jeanne dit hoort, is zij diep bedroefd en barst in tranen uit. Maar hare stemmen troosten haar en spreken haar moed in.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek