Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Als iemand die wespen vertoornt, weten zij zich in hun volkssermoenen maar al te goed te wreken en hekelen hun vijand door hatelijke toespelingen, zoo ondubbelzinnig, dat men al heel dom moet zijn om hen niet te verstaan. Zij houden niet op tegen hem te blaffen, voordat men hun een lekker hapje toewerpt .

"De Kaapsche Buffels," zegt reeds de oude Kolbe, "zijn hoogst gevaarlijke dieren. Wanneer men ze door het toonen van roodgekleurde voorwerpen, door schieten of door hevige vervolging vertoornt, is men zijn leven niet zeker; zij beginnen hevig te brullen en te stampen, vreezen niets meer en ontzien niets, hoeveel gewapende menschen ook tegenover hen staan.

Toch geloof ik niet, dat hij een mensch zal aanvallen, als deze hem niet vertoornt, of althans zich ter rechter tijd stilletjes uit de voeten maakt, voordat de woede van het dier haar toppunt heeft bereikt. Het is onmogelijk zulk een vijand te ontvluchten, terwijl het een dwaasheid zou zijn zich tegen hem met andere wapens dan met schietgeweer te willen verdedigen."

124 en vaardig zijn zij om den stroom over te steken, omdat de Goddelijke Gerechtigheid ze prikkelt, zoodat hun vrees zich verkeert in begeerte. 127 Hier steekt nooit goede ziel over: en daarom, indien Charon zich over u vertoornt, dan kunt gij wel weten wat zijn spreken beduidt."

Indien mijne stoutheid u niet vertoornt; indien mijne overmoedige liefde eenen kleinen, kleinen weerklank gevonden heeft in uw hart zie dan morgen, wanneer gij ter kerk komt, na afloop van het eerste gezang even op naar het orgel, en breng uw kerkboekje even aan uwe lippen. Aan dien blik, aan dat gebaar hangt mijne zaligheid.

Het is nu kersentijd, en bij de schutting, ter plaatse, waar ik erop zit, staat een kerseboom. Ik neem het den jongen musschen en meezen zeer kwalijk, dat zij, evenals ik, veel van kersen houden, en terwijl haar snoeplust mij vertoornt, voldoe ik volop aan den mijnen. Een mensch moet ook wat voorhebben boven de dieren.

Hun verzorger toonen zij geen bijzondere genegenheid; zij zijn tegen iedereen even vriendelijk en maken geen onderscheid tusschen den eenen persoon en den anderen. Hij, die hun iets te eten geeft, is hun lieveling; wie hen op de een of andere wijze vertoornt, wordt als een vijand beschouwd, en wanneer dit mogelijk is, ook op vijandige wijze behandeld.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek