Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 oktober 2025


Men beschimpt den veroordeelde om hem te bemoedigen. Soms bewondert men hem. Toen Lacenaire, als straatjongen, den afschuwelijken Dautun moedig zag sterven, zeide hij deze woorden, waarin een toekomst ligt besloten: "Ik benijdde hem." De straatjongen kent niet Voltaire, maar wel Papavoine. In hetzelfde verhaal verwart hij "staatkundigen" met moordenaars.

In den jaare 1397. Ik houd het er voor dat dit moet zijn 1396. Onze kronijk echter verwart deze en andere veldtogten met elkander. Van dit ongelukkig gevecht vinden wij bij alle Schrijvers uitvoerige vermelding. Winsemius stelt het ook op 1397, tegen de aanteekeningen van Edo van Jonghama, Petrus van Thabor en Emmius aan.

Ik geloof, dat de koetsier Lorraine met Touraine verwart, dat wij nog altijd bezitten; maar ik help hem niet uit den droom. En deze streek is toch ook inderdaad een prachtige tuin. Wij komen te Benodet. De kermis aan het water gelijkt op alle andere kermissen; maar men heeft er hier de zee bij met haar witte zeilen als achtergrond.

"Zoo ik wel onderricht ben," zeide ik, "heeft de Heer Blaek een aanzienlijk vermogen in de Oost-Indiën gewonnen." "Hij?" zeide de Heer Bos: "gij verwart hem met zijn broeder, die werkelijk zeer rijk kon genoemd worden; want het toeval was hem even gunstig geweest, als het den eigenaar van Guldenhof, in dien tijd althans, tegenliep.

Natuurlijk zal mijn poëzie anders zijn dan de "Nieuwe Gids" ons heeft leeren te genieten en men verwart zoo dikwijls geestelijk leven met intellectualiteit. Ik ben voor mijzelf in de poëzie zelfs zeer sterk een antipode daarvan. Ik word kriebelig, wanneer ik intellectualistische poëzie lees.

Behalve dat het op zich zelf eene jammerlijke proefneming is, dat de school het kind verwart, zijne geestesgaven verminkt, het in den besten tijd zijner ontwikkeling aan zijn' familiekring ontrukt, het zijn levenslust ontneemt en het maakt tot een gekweld, verschrompeld wezen, met eene uitdrukking van vermoeidheid, angst en verveling, werktuigelijk vreemde woorden uit een hem vreemde taal nazeggende, behalve dat alles verkrijgt men geen resultaat, omdat het gebrek aan vrijheid elke mogelijkheid aan een' goeden uitslag te niet moet doen.

Hoezeer ook klaar om te straffen, met God's hulp verwart zij toch niet schuld en onschuld. In één woord: om gestraft te worden, moet men schuldig zijn. 't Is niet voor u, dat ik naar Xelva gekomen ben, maar voor zekeren koopman, Samuel Simon. Er is ons een zeer slecht rapport omtrent zijn gedrag toegekomen. Hij is, zegt men, nog altijd jood en heeft het Christendom alleen aanvaard uit berekening.

Dat de stellingen die over de eeuwigheid des Geestes handelen voor velen zoo duister zijn ligt m.i. in de eerste plaats hieraan dat men, ofschoon Spinoza zelf er telkens voor waarschuwt, zijn onsterfelijkheid of eeuwigheid verwart met een "voortbestaan in den tijd". Maar een tweede aanleiding tot verwarring is dat Spinoza niet uitdrukkelijk genoeg doet uitkomen dat eigenlijk het Lichaam even eeuwig en onsterfelijk is als de Geest.

Met grimmigen spot hekelt hij de pijpsteel-architectuur, die grootsch met groot verwart, en het grootsche zoekt te bereiken door domme opeenstapeling en herhaling van hetzelfde motief; die God tracht aan te raken door met spitse torens den hemel gewelddadig te bestormen; die met haar pilaren van opeengeplaatste heiligen juist den onzin waard is, die er in wordt geleeraard.

De droom is uitgezeid! Wat schim is dat, Tusschen ons? Zijn ruig haar verwart de wind Die 't opwaait, wild en levend is zijn blik, Toch is 't een wezen van de lucht: er schijnt Door zijn grijs kleed de gouden dauw wiens sterren De middag niet gebluscht heeft. Volg, o volg! Het is mijn andre droom. Zie, hij verdwijnt. Hij komt nu in mijn geest.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek