United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik bid u," antwoordde Madzy, reeds vreezende te veel gezegd te hebben: "laat dit geval niet nader onderzocht worden. Ik wil niet, dat er om mijnentwil iemand leed geschiede." "Zooals gij verkiest is het wel! Zweder! ga, en zeg dat men den man ontboeie. En nu, Jonkvrouw! verschoon mij, gij waart op het punt van mij te gaan verhalen...."

Heb ik je soms iets gezegd, dat je niet aangenaam is, vergeet dat dan; ik herhaal je, ik zou je niets verweten hebben, als jezelve geen verwijtingen had uitgelokt. Je bent oud en wijs genoeg om je leven van jongmensch in te richten, zooals je verkiest. Een raad van een jong meisje heb je daartoe niet noodig en zou je niet van nut zijn. Zij begaf zich naar binnen.

"Wat, de Groote Beer," riepen verscheiden rafters verwonderd, en de Missouriër voegde er bij: "Is die jongen dan de Jonge Beer?" "Juist geraden!" zei de Roodhuid met een bevestigend hoofdknikje. "Dat maakt een onderscheid! De twee Tonkawa-Beren zijn overal welkom. Neemt zooveel vleesch en mede als gij lust en blijft bij ons zoolang als gij verkiest. Maar wat komt gij doen in deze streek?"

Toen ik aan de trap gekomen was, kwamen een paar vrouwen op mij af, die aan mijn gezicht zagen, dat ik een bootje verlangde en uit mijn spiksplinter nieuwe uniform mijne onhandigheid afleidden. »Naar welk schip verkiest UWelEdelGestrenge gebracht te worden?" was hare vraag. Ik noemde den naam.

Hij teekent kerken, hij teekent historie, hij teekent landschap naar de natuur; hij vervaardigt, zoo gij het verkiest, uw portret in waterwerf of crayon; hij doet al wat gij wilt. Maar hij maakt jaarlijks één schilderijtje, dat hij naar de tentoonstelling zendt.

"Ik houd mij niet op met uw geteem; maar valsch spel speel ik zelfs den duivel niet. Wat ik zeg dat ik doen zal dat doe ik. Dat weet gij wel, Daniël Haley." "Ja wel, ja wel; dat zeide ik ook, Tom. En als gij mij maar beloven wilt dat gij den jongen over een week voor mij gereed zult houden, waar gij maar zelf verkiest, is het al wat ik eisch." "Maar nog lang niet al wat ik eisch," hervatte Tom.

"Dat stem ik toe, maar zoo gij hare hulp noodig hebt, kunt gij mij dan niet zeggen wat gij van haar verlangt?" "Dat zou te omslachtig zijn! Enfin! zoo gij mijne boodschap niet verkiest te doen, zal ik Frits den huisknecht moeten opzoeken, die er vast nog wel is; maar de oude zal zich niet goed weten te houden en een verwenscht misbaar maken; dat mij terstond zou verraden aan.... den kolonel."

Als de zaak goed uitkomt, geven wij ze u terug, zoo niet dan is dat voor onze moeite. Dat is billijk. Niet waar, Marks?" "Zekerlijk, zekerlijk," antwoordde Marks op een verzoenenden toon. "Het is maar geld op de hand. Maar wij zullen de zaak wel in der minne schikken, wees maar gerust. Tom zal u den jongen brengen waar gij verkiest; niet waar, Tom?"

Bentinck, die zijne bekomst heeft van het schokken en hossen in de toeslede, en niet bevreesd is, dat nu, bij donkeren nacht, hem iemand herkennen zal, verkiest zich te voet naar den Overtoom te begeven, waar de karos hem wacht, die hem naar Honselaarsdijk bij den Prins zal brengen. Hij neemt afscheid van de Burgemeesters en vertrekt, met De Wildt, die hem tot buiten de poort vergezellen zal.

"Zeker, grootmama, ik zal gaan," zeide Army beleefd maar koel, "zoodra gij het verkiest." Zij stond op; haar trotsch gelaat gloeide en om den mond plooide zich een eigenaardige, hoogmoedige trek; nooit was de overeenkomst tusschen grootmoeder en kleinkind meer in het oog vallend geweest.