Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
Alle fouten, door overijling en in het gestorm der driften begaan, maken geen deugniet uit, indien hij de fouten, zoo ras hij die ziet, verfoeit en schuwt: maar een lichtmis is zoo bedorven van smaak, zijne neigingen zijn tot hebbelijkheden dermate opgegroeid, dat hij nimmer eene betere vrouw verdient, dan de allerslechtste uit de bende, die hij bedorven heeft.
De straatjongen houdt van rumoer, en allerlei woestheid behaagt hem. Hij verfoeit "de pastoors." Op een dag teekende een dier jonge snaken een grooten neus op de koetspoort van het huis No. 69. "Waarom teekent ge dit op deze deur?" vroeg hem een voorbijganger. De jongen antwoordde: "Er woont een pastoor." Inderdaad, de pauselijke nuntius woonde er.
Men verfoeit en minacht den eenvoudigen kost met slechts één gerecht, waaraan men zich zonder toespijzen verzadigt, zoodat de honger gestild is en er geen behoefte of begeerte naar meer overblijft. Direct op het hoofddoel los te gaan, anders dan bij wijze van afwisseling, geldt dan als alleen goed voor boeren en onbeschaafd volk, dat niet weet te leven.
Nadat ik dus in het kort er op heb gewezen, dat de zaak juist omgekeerd is, ga ik voort haar op denzelfden weg, dien wij tot dusver volgden, te bewijzen. Stelling XIX. Ieder begeert of verfoeit krachtens de wetten van zijn aard noodzakelijk datgene, wat hij voor goed of kwaad houdt. Bewijs. St. VIII v.d. Definitie der Begeerte, zie Opmerking St.
Wel erkent hij de nobele gevoelens, die D. D. bezielen, maar hij ziet ook de practische moeilijkheden om dit idealisme in daden om te zetten. Hij is nuchter man van de praktijk; in Dekkers oogen is hij de incarnatie van het verfoeilijke ambtenarendom. Wat hij met heel zijn ziel verfoeit is het ambtelijk schipperen, met de bedoeling in de gunst te komen te Batavia.
't Is u niet onbekend, wat diepe neiging Ik voor den balling Valentijn steeds voed, Noch, hoe mijn vader tot een echt mij dringt Met de' ijd'len Thurio, dien mijn ziel verfoeit. Gij hebt bemind; ik hoorde zelve u zeggen, Dat nooit een leed zoo diep uw harte trof, Als toen uw dierbare uitverkoor'ne stierf, Wier graf uw eed van eeuw'ge trouw vernam.
"Hoogwaardigste!" zeide Velasco, verbleekende: "gij bedoelt toch de Jezuïeten niet!" "Zie," hernam de Vicaris: "den indruk, dien het noemen alleen van hun naam bij u teweegbrengt, bewerken zij overal; met banden van vrees kluisteren zij de wereld, die hen verfoeit: hun macht, bij alle volkeren, aan alle hoven verspreid, is even geducht als ontzettend.
Alle fouten, door overyling en in gestorm der driften begaan, maken geen Deugeniet uit, indien hy die fouten, zo rasch hy die ziet, verfoeit en schuwt; maar een Lichtmis is zo bedorven van smaak; zyne neigingen zyn tot heblykheden dermate opgegroeit, dat hy nimmer een beter vrouw verdient, dan de allerslegste uit die bende, die hy bedorven heeft.
En in dien zin zijn er slechten en goeden; zijn er eerbaren en eerloozen; zijn er menschen, die ge verfoeit, en menschen, die ge bewondert.
Begin met dit goed te begrijpen: een voorwerp is altijd min of meer voor eenige doeleinden geschikt. Al naar uw inzicht, oogenblikkelijke behoefte, of door noodzakelijkheid gedreven, zult ge 't voor een dier doeleinden gebruiken, maar afgezien van waarvoor gij 't gebruikt zal het uit zijn eigen aard voor een of eenige van die verschillende doeleinden het meest geschikt zijn. En luister nu goed: wendt ge 't aan, waartoe 't het meest geschikt is, dan gebruikt ge 't, wendt ge 't echter voor iets anders aan, dan misbruikt ge 't. Ten overvloede, zoo ik meen, zal ik u dit met een concreet voorbeeld verduidelijken: een tafel, niet waar, kunt ge als tafel, maar ook als stoel, maar ook als brandhout gebruiken! Behoef ik U nu te zeggen, dat ge hem alleen als tafel gebruiken, als stoel of als brandhout slechts misbruiken kunt?! Zoo is 't op stoffelijk, maar zóó ook op geestelijk gebied. Nemen we nu ook een concreet voorbeeld op geestelijk gebied en kiezen we daartoe een roman, welke tevens een literair kunstwerk is, Zoo'n roman dan is een geschiedenis van zekere menschen. Die menschen, die natuurlijk ook spreken in dien roman, verkondigen meeningen; het blijkt u, dat ge 't eens zijt met die meeningen, of dat ge 't oneens zijt, ja, ze zelfs verfoeit! Verder: de toestand, waarin de menschen in dien roman verkeeren, schijnt u te pleiten vóór uwe overtuiging of levensbeschouwing, [p.208] of wel daartégen; of: er worden door die roman-menschen sexueele handelingen gepleegd, waarvan het meer of minder uitvoerig relaas ùwe zinnelijkheid prikkelt. Waartoe moet die roman, die dit alles doet, vertelt en bevat, maar ook een kunstwerk is, u nu dienen? Moet ge blij zijn, omdat die roman-menschen meeningen verkondigen, die met de uwe strooken, of treurig zijn om het tegendeel? Moet ge verheugd zijn, omdat de toestand, waarin die roman-menschen verkeeren, vóór uw levensbeschouwing pleit, of verdrietig en toornig, wijl hij ertegen schijnt te bewijzen? Moet ge door 't relaas der sexueele handelingen uwe zinnelijkheid l
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek