Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Zij trok den rechterhandschoen uit, en, de linkerhand op het Charter leggend, hief zij de twee voorste vingers der andere hand op, gereed om de woorden van den eed uit te spreken, dien Radzivil haar zou voorzeggen. Op dat oogenblik gebeurde er iets ontzettends.
"Meent ge dat het mij meer moeite kosten zou, u de millioenen toe te werpen, dan ik aan 't vóórzeggen der Studiën besteed heb", is de vraag waarmede Fancy-logos van M. afscheid neemt. Zijn dichterlijke verbeelding zal de geestelijke waarden moeten scheppen, waardoor recht en goedheid onder de menschen zullen zegepralen.
~Voorspellen~ duidt mindere zekerheid aan, daar het voorspelde meer op bloote vermoedens, op volksgeloof, enz. berust. De waarzegger ~voorspelt~ de toekomst. Een goed notenjaar ~voorspelt~ een strengen winter. ~Voorzeggen~ beteekent: vooruit zeggen, dat iets zeker gebeuren zal, en kan dus alleen door God of door Zijn gezanten gedaan worden. Het woord wordt alleen in deftigen stijl gebruikt.
Wie hadde het ooit kunnen voorzeggen, toen hij daar zingend en fluitend in de sprenkelende vuurgensters stond, dat hij er eens zou voorbijgaan, stervend van schaamte, tusschen twee gendarmes? Terwijl deze bittere overweging hem nieuwe tranen uit de oogen rukte, begon eensklaps de middagklok te kleppen, en onmiddellijk stroomden wel honderd werklieden uit de standplaats.
Toen zij hunne les moesten opzeggen, was er geen enkele, die zijne verzen volkomen kende, maar door voorzeggen en influisteren brachten zij het allen gelukkig zoo ver, dat zij eenige kleine, blauwe kaartjes machtig werden, waarop een bijbeltekst geschreven stond.
Ik liet mij dit versje voorzeggen: en wat mij het meeste trof, was de beteekenis dezer woorden, die dag aan dag, aan het andere uiteinde van ons halfrond, door zoo vele duizende kinderen immers even als wij met eene onsterfelijke ziel begaafd? worden opgezegd. Ziehier dit koepletje: "Kleur en geur vervliegen. Wat is er in onze wereld blijvend?
In den eersten bundel Ideën is deze Fancy-geschiedenis opgenomen; geërgerd door de bekrompenheid, domheid en kwaadaardigheid zijner landgenooten slaakt de ideënschrijver den kreet: "Wat poëzie, mijn God, opdat ik niet verga van walging over zooveel walgelijks om mij! Lieve Fancy wilt ge mij een sprookje voorzeggen?"
"Dan zullen wij de pijp laten rondgaan," vervolgde Old Shatterhand. "Ik zal u de woorden voorzeggen, die gij daarbij nazeggen moet." "Zeg ze, ik zal ze nazeggen." Deze bereidwilligheid scheen een goed teeken te zijn, en deed den goedhartigen jager innig genoegen; maar toch kon hij niet nalaten er een waarschuwing bij te voegen: "Ik hoop, dat gij het dezen keer eerlijk meent.
't Stèt zoo leelijk, wècht nu even, hé? Zoo, nu ben je klèr! Wèr is je vers, ken je 't vèn buiten? Geen steek d'r van juf maar dat's niks. Hij moet 't me maar voorzeggen. Souffleeren! jè, dèt kèn wel. Vooruit nu mèr!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek