Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Er woei een hevige wind al den tijd, dat onze reis duurde, heel die veertig uren lang, en de kleine stoomboot Kassara rolde steeds door, terwijl de golven soms over het voordek sloegen. Allen op drie na leden aan zeeziekte in den ergsten vorm en wenschten vurig, dat ze nooit de woede van den oceaan hadden durven tarten.

Het gebeurde zooals Pencroff voorzien had, want zijn voorgevoel kon hem niet bedriegen. De wind stak op, en de boot liep met een snelheid van veertig

Ik heb hem vroeger ontmoet, hooger op, in Fort Sully, aan den Missouri, waar hij een kameraad van ons uit ons midden kwam halen, hij alleen, en overleverde aan de galg en wij waren toch over de veertig man sterk!" "Dat is onmogelijk! Dan hadt gij hem immers veertig gaten in zijn lijf kunnen steken!" "Neen, dat konden wij niet. Hij werkt meer met overrompeling dan met geweld.

Men vindt op deeze plaats veertig en vyftig vademen; vervolgens zeilt men langs de kust van Mayés, op een afstand van drie en vier mylen, de diepten wel in het oog houdende, om niet te digt aan de wal te naderen.

Kotelnyi, het zuidelijkste en grootste van de groep, op ongeveer vierhonderd kilometer van het vasteland gelegen, was het eiland waar de schipbreukelingen van de Schoone Zwerfster voet aan land zetten, nadat zij veertig dagen drijvende geweest waren en eenen afstand van zes of zevenhonderd mijlen afgelegd hadden.

Ze werd bleek en rood, ze kon niet denken en spreken, zoo schaamde zij zich. Eindelijk wist ze te stamelen: "Heer koning ik moet het gedoogen wat gij wilt ... is mij lief." Toen trouwde een bisschop de schoone Galiëne en den edelen Ferguut. Het was een feest, als nooit eerder in een land werd gegeven. Veertig dagen duurde het gelag.

Hij heeft schatten van geld en hij is zoo slecht als je het maar hebben kunt. Hij is niet de man dien ik zoek, antwoordde hij, en ik heb zijn geld niet noodig. De man, dien ik hebben moet, zal nu een veertig jaar zijn. Deze is nog een jongen. Goddank! zijn bloed kleeft niet aan mijn handen. De vrouw lachte bitter. Nog een jongen! grijnsde zij.

Wij kwamen nu in het gebied der strooptochten van dat volk. Daar de muildieren rust behoefden, bracht ik twee dagen door met een onderzoek van het naburig gebergte, dat bijna 2800 M. hoog was. Water vond men er zoo goed als niet. Onze volgende etappe zou veertig mijlen bedragen.

Op den morgen van den dag, volgende op dien van Bartja's zegepraal, had Cambyzes zulk een hevigen aanval van zijne ziekte gehad, dat hij acht en veertig uur lang, krank naar geest en lichaam, zijne kamer moest houden, en nu eens geheel uitgeput neerlag, dan weer als een bezetene woedde.

"Ze schijnen niet te begrijpen " zei hij tot Cossar. "Nee, dat doen ze ook niet." "En doen wij dat wel? Soms, als ik er aan denk wat het zeggen wil dit arme kind van Redwood en, natuurlijk, joùw drie misschien veertig voet groot!... Mogen we, bij slot van rekening er wel mee doorgaan?" "Er mee doorgaan!" riep Cossar uit, schokkend van plompe verbazing, en met hooger stem dan ooit.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek