Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 oktober 2025


"Ja, kind! ik herinner mij op eens zijn verbluft gezicht toen hij mij weerzag." "O, zoo!" "...En nu, beste vrienden, leeft wel. Tot ziens; in gedachten omhels ik mijn petekind en Augusta, altijd als haar echtgenoot het permitteert..." "'t Is toch een vroolijk oud man! Ho! ho! wat is dat, Fritsje? Augusta, pas op! hij dribbelt de tuindeur uit."

"Wilt-e moar meekomen?" verzocht zij hen met zachte, ingetogen stem; en zij liep hen even, over het smal en kort grintpaadje, tusschen de heesters en de bloemen-perkjes voor, en opende nu ook de deur van het wit-en-roze trapgevelhuisje. Zij stonden in een korten, rechten, geelgekalkten gang met bruine deuren aan de beide zijden en een helle, matglazen tuindeur aan het uiteinde.

"Dat is de koorts die komt opzetten;" zegt de jongere Helmond, en vat zijn broeder onder den arm; en diens laatste woorden herhalend, dwingt hij hem naar de zij der geopende tuindeur. Hoor! O goede God, het rijtuig houdt reeds stil voor de deur. Men komt. Philip wil haastig voortgaan.

Eindelijk joeg de neef van Takahama hem op naar den tuin, waarna hij door de tuindeur naar het kerkhof vloog, dat aan den overkant gelegen was, waar hij bleef zitten op het graf van een vrouw en daarna geheimzinnig verdween.

De philosoof Euphranor, een bejaard lid van het Museum, was door de tuindeur tot hem doorgedrongen en had hem alles medegedeeld, zonder te letten op de veelbeteekende wenken en gebaren van zijn leerling Philotas. Maar Didymus kende zijn bezoeker, die evenals hij van de wereld afgezonderd al zijn tijd en kracht aan de wetenschap wijdde.

Toen ging hij links en toen weer rechts, en hij was naar alle gedachten in de "Meester-Morislaan". Voor een tuindeur, die aanstond, zat een klein kind met een zwart jurkjen aan, een zwart mutsje met een zwart kantjen er om op, en een zwart gezichtje voor, zich vermakende met een pompoen en verscheidene aardappelschillen. "Is dit de Meester-Morislaan, lief kind!" vroeg de heer Bruis.

't Was hem onmogelijk, deze twee zaken in behoorlijk verband te brengen, en terwijl hij daarover nog peinsde en juist voornemens was, zijn stem te verheffen en om hulp te roepen, verstomde hij eensklaps; want in de woning van den smid kwam ook leven en hij kon er niet aan twijfelen, of het oogenblik zijner ontdekking was nabij. De tuindeur werd opengedaan, en hij hoorde de stem van baas Gerritsz.

Nu weet ik dat ik je nooit gehad heb, maar nu zal ik je weten te winnen. O, Betty! je hebt me al gewonnen! Door Lona heb ik je eerst goed leeren kennen. Maar laat nu Olaf komen! MEVR. BERNICK. Ja, nu zal je hem terug hebben...! Mijnheer Krap! Hij gaat weg door de tuindeur. Dank Lona, jij hebt het beste in mij ... en voor mij ... gered. LONA. Heb ik dan anders gewild? BERNICK. Ja ... of neen?

Onze knapen gingen weer den tuin in, nadat zij de tuindeur zoo goed mogelijk gesloten hadden; daar die echter van binnen gegrendeld was, konden zij het slechts zeer onvolkomen doen en moesten zij zich vergenoegen met die achter zich toe te trekken. De schutting, over welke zij klimmen moesten, was van boven met spijkers voorzien, die met de punten opwaarts stonden.

Dokter Abels werpt haar, in de tuindeur staande, nog een kushand toe en begeeft zich door den tuin naar het koetshuis, waar onder de porte-cochère zijn rijtuig gereedstaat.

Woord Van De Dag

slonsige

Anderen Op Zoek