Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Zieker, met opstijgende weeën, gloeiing in hoofd, nek en borst, stutte hij de kin op de handen, keek naar het water aan z'n voeten, dat log was van rotsels met moeilijk-opdobbrende bellen. Er lagen roerlooze klitten aardappelschillen, hoepels en loof, er tusschen drollen en stronken, en 't glimmig-hol kreng van een hond.

Niet alleen, omdat het een schande was, als de aardappels 's middags van den schotel je »aankeken", maar in de eerste plaats omdat je ze niet kon laten zitten. Dan ware je werk niet af geweest. Eén zonde bedreef ik nog wel eens onder 't aardappelschillen. Ik zette den emmer met water een eind van me af, en gooide dan iederen blanken knol, uit de verte, er in. Dat gaf een dubbel genot.

Toen ging hij links en toen weer rechts, en hij was naar alle gedachten in de "Meester-Morislaan". Voor een tuindeur, die aanstond, zat een klein kind met een zwart jurkjen aan, een zwart mutsje met een zwart kantjen er om op, en een zwart gezichtje voor, zich vermakende met een pompoen en verscheidene aardappelschillen. "Is dit de Meester-Morislaan, lief kind!" vroeg de heer Bruis.

Mevrouw Van Erlevoort had heur gasten verzocht haar beide ontredderde salons, vol papier, stroo, zemelen en aardappelschillen te verlaten, nu Willem de deuren der eetzaal voor de tweede maal openschoof en de eettafel, voor het souper gedekt, vroolijk glinsterend allen tegenlachte. Het was zeer vroolijk aan tafel.

Het kind knikte van ja. "Waar is hier ergens Veldzicht?" Het kind zei niets. De heer Bruis werd moeilijk, niet zoo zeer op het kind, maar op de verborgenheid van Veldzicht. "Weetje 't niet?" vroeg hij, een toon of drie te hard. Het kind liet den pompoen en de aardappelschillen vallen, stond op, begon te huilen, en liep den tuin in. De heer Bruis zuchtte.

Men heeft me wel begrepen: Ook in het schijnbaar eentonigste werk zit genot en leering. Mijn moeder vertelde ons vaak, dat zij als kind in de Klundertsche pastorie Dominé van Spall had een heel groot gezin de meiden hielp bij 't aardappelschillen, en dan legde ze de geschilde aardappelen netjes in rijen van zes op de rechtbank. En ze genoot nog, als ze er ons van vertelde.

Men zocht en zocht, tot zelfs in den kelder, maar hij was nergens te vinden. Waar was hij dan? Hij was in den vuilnisbak gesprongen, waarin allerlei dingen lagen: koolstronken, aardappelschillen en verrotte bladeren, die uit de goot naar beneden gekomen waren. «'t Is een mooie plaats, voor mij om te liggen! Het verguldsel zal hier wel gauw van mij afgaan.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek