Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
"O zie eens beneden u!" zei Torteltak tot Veervlug, op een tooneeltje wijzende, omtrent vijftig voeten lager dan zij stonden, op eene kleine vlakte, aan de helling van den Louisberg: "benijdt ge het lot van dien man niet?" Het tooneeltje, waarop Torteltak doelde, was waarlijk lief, en de man, op wien hij wees, benijdenswaardig.
Hij gevoelde zich hier gelukkiger, dan hij ooit in het elegantste kostuum op het schitterendste bal geweest was. Ook Veervlug raakte opgewonden, en zou bijna door een luiden kreet alles verstoord hebben. Torteltak wenkte hem te zwijgen, en hij fluisterde dus zoo zacht mogelijk: "Wij moeten den Louisberg voortaan Liefdesberg noemen."
Wat hij meer deed, weten wij niet; maar toen de vrouw hem de deur weêr opende, was hij zelf zeer getroffen, en zij zeide, hem de hand kussende: "Ik kan het u nooit vergelden, maar ik zal voor u bidden." Dien nacht droomde Torteltak van geen der jonge meisjes, die hij ontmoet had; maar toch, hij had een aangenamen droom, en toen hij wakker werd, voelde hij zijne wangen door tranen bevochtigd.
O! had Torteltak haar zóó gezien met dat lieve blosje op de wangen, en die oogjes nog dronken van slaap, hij zou waarlijk hebben moeten bekennen, dat het nachttoilet haar beter stond dan Mevrouw hare Mama, schoon deze eene echte kant en Ambrosine maar een neigetje om de muts had. "Sta op, mijn kind! sta op! daar is brand. Schielijk! sla uwen mantel om.
Terstond zag Torteltak zich door drie lieve jonge meisjes omringd, die hem op de hartelijkste wijze welkom heetten, en hem met vragen omtrent zijn vriend bestormden. "Hoe maakt hij het toch?" riep de eene. "En Elize?" viel de andere in. "En de engelachtige Anton?" vroeg de derde. "Heerlijk, gelukkig, wel!" riep Torteltak, die zichzelven door deze receptie ook heerlijk, gelukkig en wel gevoelde.
Hij begon ook dadelijk met bevende hand en vochtige oogen: "Lieve ouders! als gij dezen ontvangt, is welligt..." "Hier is een drankje," zei van Aartheim, hem een glas rookenden punch aanbiedende; "om het half uur een glaasje." Holstaff dronk het glas in één teug leêg, en ging daarna voort met schrijven; "uw levensgeluk verstoord." "Hoe gaat het met de koorts?" vroeg Torteltak.
De vrienden zagen eenige oogenblikken zwijgende het ongewone schouwspel aan, totdat Veervlug fluisterende zeide: "Het is toch vreemd, dat de stilzwijgendheid der dooden, en gedeeltelijk zelfs hunne onbewegelijkheid, zich aan de levenden mededeelt." "Maar het is niet vreemd," zei Torteltak, "dat het gezigt van lijken alle stervelingen tot ernst stemt."
Dit verhaal en het voorgevallene had de vrienden zeer getroffen; vermoeid en treurig kwamen zij in de Engel te Amsteg aan. Zij vonden Torteltak in de hevigste agitatie. De jonge vrouw was nog steeds zonder bewustheid. "Ik heb haar meer gezien," riep de jongeling "maar zij kan het toch niet wezen. Neen, dat is onmogelijk. Kastelein, weet gij den naam ook van den ongelukkigen reiziger?"
Pols vond dezen uitval van Torteltak wel niet heel lief, maar vergaf het hem toch gaarne, omdat hij in deze oogenblikken geene lieve gezegden kon verwachten; hij liet dus den jongeling voortspoeden om dames te redden, en bereidde zichzelven om voor het goed te zorgen, waarvan de anderen geen werk schenen te maken.
"Deze," ging zij explicerende voort, "is de Godin der Wijsheid, gelijk zij zinnebeeldig wordt voorgesteld in hare volle wapenrusting. Op haar schild is het aangezigt van hare moeder afgebeeld." "Ge komt mij niet al te orthodox voor in uw Godenleer," viel Torteltak in.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek