Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 oktober 2025
"De Hemel zij gedankt!" riep Van Aartheim, en met ongewone drift sprong hij door de kamer rond. "Ge doet het immers niet om dat Emmaatje?" zei Torteltak glimlagchende; "want, vriend! dan komt ge te laat; maar neen, ge hebt aan ééne schaakpartij wel genoeg."
Sedert had Torteltak niets van hem gehoord; want brievenschrijven was hem veel te werkelijk en omslagtig. "Maar zeg me nu toch," ging Torteltak voort, "hoe kom je nu te Aken? Ik zou je nog altijd in Frankfort gezocht hebben." "Ja, man! dat is een heele geschiedenis. Wij zullen eens een verschen dag moeten nemen, om dat alles op te halen Ik dien nu met mijn antagonist te gaan ontbijten."
Holstaff zeer misnoegd; want geld te geven aan ongelukkigen scheen hem toe, de smart te ontheiligen. Pols zeide, dat, indien de vrouw te Rotterdam kwam wonen, zij dan alle weken vrijdags, een dubbeltje bij hem kon halen, maar gaf nu toch met vreugd een halven gulden. Torteltak gaf veel; want hij was verliefd, en Ambrosine was getroffen.
"Zoo'n scène toont je nu eens aan, hoe veel geluk het huwelijk oplevert!" riep de Morder, terwijl hem onwillekeurig de drie vergeefsche aanzoeken, die hij in der tijd tot dat einde gedaan had, voor den geest kwamen. "Niet steeds is de liefde bestendig van duur, Hoe snel zij den boezem deed jagen" begon Torteltak te reciteeren. "Bier is toch erger dan de cholera," zeide Veervlug.
"Waart gij die voogd?" vroeg Torteltak verbaasd. "Maar toch, zij trouwde immers met volkomen toestemming van hare eigen moeder?" "Mijne zuster moge de dwaasheid gehad hebben hare toestemming te geven; dat neemt niets van het schandelijke harer houding omtrent mij weg. De zwakke moeder heeft dat huwelijk dan ook maar een jaar overleefd."
Torteltak was verrukt; nog nooit was hij met Engelsche dames zoo na in aanraking geweest, en het was zijn lot nog al veel geweest, met zoodanige zijner schoone landgenootjes te converseren, die, zoodra het discours eenigzins van het heel gewone vervreemdt en de onderwerpen van toilet, amusementen en de dingen van den dag een weinig op zij laat liggen, terstond in de weer zijn met haar: "Heden, mijnheer! wat wilt u daarmeê zeggen?" of "zoo hoog kunnen wij niet vliegen."
En zij trok hare moeder tot voor Torteltak, dien zij al gedurig met aandacht had beschouwd. "Als de eene engel den anderen," riep de moeder, hem verrukt aanziende. "Maar wie is dan toch die Piëtro?" vroeg Torteltak.
Die van een der Bonnsche heeren ging zelfs verder, en drukte een warmen kus op de blozende wangen. Torteltak vond het jammer, dat het meisje niet door een mooijer jongen gekust werd. Zij evenwel scheen tevreden met de liefkozingen van den bruin verbranden Duitscher, met lang vlasachtig haar en omgeslagen boorden.
"Zoo, is het dan toch waarheid, dat er nog altijd zulke mooie meisjes in het dal gevonden worden, en dat de moeders er zoo raar meê omspringen?" zei Torteltak, toen Stadler zijn verhaal geëindigd had: "wij hadden dat toch wel eens kunnen gaan opnemen."
Het liefelijke dorp trok de aandacht van al de vrienden; maar het oog van den Zaandammer bleef strak op de korenvelden gevestigd. "Hier met eene geliefde in den arm te mogen leven! welk een genot!" riep Torteltak uit. "Hier te mogen sterven!" zuchtte Holstaff. "Is het niet of de grond met geboende matjes is belegd?" riep Van der Wieken uit, terwijl hij Pols de korenvelden in de vallei aanwees.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek