Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Hij scheen niet te weten hoe hij zich in een fatsoenlijk huis te gedragen had, en zij had hem al lang eens willen vragen, of hij ook manieren bezat. Zij stonden beiden, vlammend van gramschap, tegenover elkander: hij kalm en zich inhoudend; zij schreeuwend en niet meer in staat heur haat in te toornen, die hare verwijtingen als met eene onbesuisde vlam doorgloeide.
De nooden en behoeften dezer massaas, nog stom, maar vol innerlijk leven, hun hunkeringen en hun toornen, hun geluks-aspiraties en hun moreele verontwaardiging gingen nu haast een stem krijgen, die de wereld zou opschrikken als een donder eerst, dan aandoen met zoete bekoring, zij gingen stem krijgen in Rousseau.
Ten derde is deze leer van belang voor het maatschappelijk leven, voorzoover zij leert niemand te haten, te verachten, te bespotten, te toornen of te benijden.
Dat is uw zaak! Gij krijgt honderd slagen op uw voetzolen! Hij viel bijna in zwijm. Ik zag zijn knieën onder hem knikken. Hij was een groot misdadiger, maar een nog grooter lafaard. Wees barmhartig! jammerde hij. Allah zal het u vergelden! Neen, Allah zou over mij toornen, indien ik zoo tegen zijn wetten handelde.
Het was te laat; er was niets aan te doen; Becky was reddeloos verloren! Het volgende oogenblik zag de meester zijne leerlingen in het gelaat, met een blik, die al de kinderen de oogen deed neerslaan. Gedurende tien tellen heerschte er een angstige stilte, waarin de meester kracht tot toornen verzamelde. Toen sprak hij: "Wie heeft dit boek gescheurd?" Er werd geen geluid vernomen.
Er kleeft in de lippen van een mensch een ongemeene macht; zelfs al laten we geheel buiten rekening »de lippen der vreemde vrouw, wier gehemelte gladder dan olie is, en wier treden de hel vasthouden.« Onze lippen zijn het instrument van het woord. Ons oog kan flikkeren en toornen.
Toen schoot, uit 't Heiligdom dier heldre spanning, de berg-storm los, als een verwoede hond, zoodat 'k moest grijpen 't ijsveld waar ik stond, en dreef mij neer naar 't land van mijn verbanning. Als bij het toornen van een reus, getergd, fronsten zich de wolkbrauwen van 't gebergt.
Want hier geschiedt meer, en uit dat geslachte Pharaonis, uit den huize Sauls, is deze reize het licht opgegaan: uit Egypte heb ik mijnen Zoon geroepen, en het is wonderlijk in onze oogen; en de Heer heeft hem met kracht bekleed en tot hem gezegd: ik ben met u, gij strijdbare held! ga henen in uwe kracht, en gij zult Israël uit der Midianieten hand verlossen: dus wantrouw niet meer, gij huize Davids! en wees niet ongeloovig; want gij zult uwe vijanden zien vertreden in den grooten wijnpersbak des toorns Gods, en daar zal bloed uitkomen tot aan de toornen der peerden, duizend zeshonderd stadiën verre! en als men vraagt en zeggen zal de een tot den anderen: wie heeft dat stuk gedaan? dan zal men antwoorden: Gideon de zoon van Joas, heeft dat stuk gedaan.
En al die slechte wezens, god en mensch Tot walging; onder meengen naam en vorm, Vreemd, woest, spookachtig, duister en afschuwlijk, Jupiter zijnde, de tyran der wereld, En die de volken, angst-geslagen, dienden Met bloed en harten door langduurge hoop Gebroken, en met liefde die zij sleurden Voor hun bezoedelde, onversierde altaren En moordden, waar de menschen tranen weenden Niet weer-opeischend, vleiend wat zij vreesden Een vrees die haat was , toornen, snel vergaand, Over hun leedge heiligdommen thans.
Gelukkig zijn en toornig tevens gaat niet: Wenscht gij geluk, dan moet gij dus niet toornen Geniet den geur der roos, ontzie haar doornen: Raak haar niet aan, en zie, de doorn bestaat niet.... Wijt het uzelven, zoo gij wrokt; het baat niet, Of gij al bloesems eischt van de verkoornen Tot dor-zijn. Laat de uit menschenzaad geboornen Slechts mensch zijn; verg niet meer, en haat niet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek