United States or Tanzania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar Bob luisterde al niet meer naar me. Hij trok zijn mond in den allervriendelijksten plooi en wachtte op de komst van zijn slachtoffer. Zijne oogen tintelden van plaaglust en blijkbaar was hij zoowel Mina en zijn natte pak als zijne stelten vergeten. Mietje de Veer was een dochtertje van den schoenmaker, en een van de domste kinderen van de geheele school.

Hij scheen mij te raden en zijn op mij gepriemde oogen tintelden, heel even. En plotseling kwam het er uit, ernstig, gewichtig: Wij gaan dan ook trouwen. Het is vast besloten, zoodra wij in 't land terug kunnen komen. Ik nam mijn hoed af voor Fietriene en wenschte hen beiden geluk. Fietriene bloosde heel sterk en sloeg opnieuw, met een vagen glimlach, haar oogen neer.

De laatste teerroze gloed van den zonsondergang doezelde zacht-glanzend over het ouderwetsche blank kerktorentje van Meylegem-Zuid in de verte; de kleine ruitjes in de pittoreske boerderijen tintelden nog even langs den wegdeinenden oever, een klokje tampte en een wilde-vogelenvlucht streepte hoog met fijn geschreeuw naar 't westen; en over het somberend water, dat met vale glanzingen tegen den zijkant van mijn schuitje aanklotste, dreef ik midden in een grootsche eenzaamheid naar huis terug, mijn gele spanen lichtend-glijdend, mijn rood-en-witte vaantje flikkerend en wapperend en mijn gemoed vol van heldhaftige gevoelens, waarin het beeld van 't schoone Tieldeken oprees gelijk een vizioen van heerlijkheid, dat met mij meedreef en mij tot in de nuchtere realiteit van het weer vasten voet aan vasten wal zetten boeiend bleef begeleiden.

Philotheos werd in de tiende eeuw gesticht door drie kaloyers van den Olympus: Arsenius, Dionysius en Philotheos. De superieur kon, naar het mij voorkwam, niet veel jonger zijn dan honderd jaar. Hij had een zeer werkzaam aandeel genomen aan den onafhankelijkheidsoorlog in 1821, en nog, wanneer hij daarvan sprak, tintelden zijne oude oogen van jeugdig vuur.

Edele Spinola, ik drink het welzijn van uw schoon vaderland! het welzijn van Spanje, dat land der oranjeboomen, dat heerlijke land waar ik de zaligste uren gesmaakt heb!" en terwijl zij haar beker ledigde, tintelden hare oogen van een vuur, dat met haar leeftijd zonderling in weerspraak was.

Al zijn loome moeheid van het suffig slenteren in de stad was eensklaps voorbij, de zachte frischheid en 't mysterie van de duisternis verkwikten hem, hij keek op naar de heldere sterren die tintelden in 't donkerblauw uitspansel tusschen de zwarte kruinen van de boomen en dan weer rechts en links naar de hier en daar nog vaag zichtbare velden, waar krekels droomerig zongen tusschen de laatste haverschoofjes van den lieven zomer, die daar ook als geheimzinnig-omstrengelde liefdesgestalten op de naakte stoppelvelden stonden, en het werd hem zoo heerlijk-zacht en rustig- zeker in zijn binnenste te moede, het werd zoo zalig van vertrouwd geluk en goede, kalme toekomst.

Hij vroeg, hoe of Vader de meisjesschool wilde ingericht hebben, en waar of die, bij wijze van proef, moest zijn, in West-, Midden- of Oost-Java. O, Stella, hoe tintelden mijne ooren en oogen, en klopte mijn hart van zalige verrukking, bij 't hooren van dat al! Er zal dan tòch licht komen, in onze arme, donkere vrouwenwereld! Terwijl Mijnheer met Vader sprak, onderhield Mevrouw zich met ons.

"Straks, Marie!" zeide ik dan, en hare donkere kijkers tintelden van vreugde; ijlings gingen mijne groote handschoenen aan de blanke dunne vingertjes mijner lievelinge over. Even als had Diane geweten wie meesteresse was geworden, stapten wij niet langer.

Nu zeide men haar, dat zij wachten moest, tot haar held, uit den oorlog terug gekeerd, genezen was van zijne wonden en als ik haar zag van verre, meende ik werkelijk, dat reeds een nieuwe blos bloeide op hare wangen, dat hare oogen tintelden van blijderen gloed en voelde ik mij, hoe verwijderd ook van haar gehouden, gelukkig als ik mij nimmer gevoeld had.

Haar tint was zeer donker, maar het doorschijnend zuivere van haar fijne huid deed haar schitterenden blos des te meer uitkomen, hare trekken waren welbesneden, haar glimlach was bekoorlijk en innemend, en haar oogen, die zeer donker waren, tintelden van een leven, een geest, een vuur, die men niet kon aanschouwen zonder in verrukking te geraken.