Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 oktober 2025
Het was voor hen niet bijzonder aangenaam zoo alleen op deze eenzame en gevaarlijke plaats te zijn; daarom waren zij blij, toen de blanken met de Timbabatsjen terugkeerden. Daar de Utahs nog in geen uur verwacht konden worden, was het voldoende, de helft der Rafters vóór den ingang te posteeren.
Het sprak vanzelf, dat men den geheelen volgenden dag doorsliep; pas den morgen daarna ging men van elkander af. De Utahs gingen noord- en de Navajos zuidwaarts. Ook de Timbabatsjen keerden naar hun wigwams terug. Het Lange Oor beloofde over den verkoop van het keteldal te zullen beraadslagen en van den uitslag bericht te zullen brengen.
Indien het in mijn macht ligt, zal ik er gaarne aan voldoen." "Wie is de eigenaar van het land, waar wij ons hier bevinden?" "Dat ben ik. Ik heb het van de Timbabatsjen verworven, en hoop het eenmaal aan mijn zoon, den Jongen Beer, na te laten." "Kunt gij uw recht daarop bewijzen?" "Ja. Bij de roode mannen geldt het woord; doch blanke mannen verlangen een papier met zwarte letters er op.
Een enkel man en een meisje bewaken zooveel dappere en beroemde krijgslieden! Gij liegt!" "Ik zeg de waarheid. Gij moet bedenken, dat de gevangenen geboeid zijn." "Dan wil ik u gelooven. Dus op het eiland. Maar hoeveel krijgslieden bevinden zich op den oever?" "Niet één." "Man! waar is uw verstand?" "Niet een zeg ik u! De blanken en mijn Timbabatsjen zijn daar geweest, anders niemand.
Ik heb zulk een papier laten maken, en het door de blanke hoofdmannen laten onderteekenen. Er is ook een groot zegel aan gehecht. Het land aan het Zilvermeer, zoo ver als het rondom door de bergen ingesloten wordt, is mijn eigendom. Ik kan er mee doen, wat mij goeddunkt." "En aan wien behoort het keteldal toe, door hetwelk wij thans hier gekomen zijn?" "Aan de Timbabatsjen.
"Wat zult gij met hen doen?" "Leven om leven, bloed om bloed! Sluit vrede met de Navajos en de Timbabatsjen, dan laten wij de gevangenen vrij!" "Wij hebben óók gevangenen. Laat ons die tegen elkander uitwisselen, man tegen man." "Denkt gij met een onervaren knaap te doen te hebben? Verbeeldt gij u, dat ik niet weet, dat men een hoofdman tegen minstens dertig krijgslieden uitwisselt?
"Weder louter, om ons eigen leven te redden." "En nu bevindt gij u bij de Navajos en Timbabatsjen, die onze vijanden zijn." "Dat is louter toeval. Wij wilden naar het Zilvermeer, en stieten hier op hen. Wij hoorden, dat het tot een gevecht tusschen u en hen zou komen, en wij doen ons best, om vrede te stichten." "Wij willen wraak, en geen vrede; en uit uw handen het allerminst."
Old Shatterhand had achter een rotspijler gestaan en verscheiden malen geschoten, doch daarbij zóó gemikt, dat hij de getroffen personen niet doodde, maar slechts ongeschikt maakte om verder te vechten. Nu zag hij, dat de Timbabatsjen te voorschijn sprongen, om de gevallenen te scalpeeren; hun hoofdman was bij hen. "Halt!" riep hij met zijn donderende stem. "Laat die menschen liggen." "Waarom?
Opeens weerklonk er beneden, waar de afgeslagen Utahs zich weer verzameld hadden, een geschreeuw. Terwijl de jager tusschen de Timbabatsjen stond, hadden zij hem niet goed kunnen zien; maar nu hij daar geheel alleen stond, herkenden zij hem, en hoorde men hen roepen: "Old Shatterhand! Het toovergeweer! Het toovergeweer!" Dat die man zich hier kon bevinden, was voor hen onbegrijpelijk.
Laat vijftig krijgslieden der Timbabatsjen onmiddellijk naar den canon afdalen; Humply-Bill en Gunstick-Uncle zullen hen vergezellen." "Ik ook mee!" verzocht Hobble-Frank. "Ik ook asjeblieft!" zei Droll. "Goed," antwoordde Winnetou. "Gijlieden rijdt ook mee. Gij gaat naar beneden, tot daar, waar de canon smal begint te worden, en legt u daar achter de rotsen in hinderlaag.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek