Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 mei 2025


Welke tegenstrijdigheden en schandelijkheden, die zelfs niet in goed Fransch zijn geschreven! En dan zet men nog kanonnen op het plein van het Louvre. Zulk bandietenwerk ziet men in dezen tijd!" "Ge hebt gelijk, oom," zei Theodule. De heer Gillenormand hernam: "Kanonnen op de plaats van het museum! Waarom? Wat doen die kanonnen daar? Wil men den Apollo van Belvedère stuk schieten?

Wie zal hij deze bloemen gaan brengen? Zulk een fraai bouquet moet wel voor een zeer schoon meisje zijn. Ik wil haar zien." En nu, niet op lastgeving maar uit persoonlijke nieuwsgierigheid, begon hij Marius, als een hond, die voor eigen rekening jaagt, te volgen. Marius lette volstrekt niet op Théodule. Elegante dames stapten uit de diligence, hij zag er niet naar om.

"Ja, zoo hij althans niet, evenals ik, onderweg uitstapt. Ik stap te Vernon af, om den correspondeerenden wagen van Gaillon te pakken. De reisroute van Marius ken ik echter niet." "Marius, welk een leelijke naam. Welk een denkbeeld om hem Marius te noemen. Gij heet ten minste Théodule." "Ik zou liever Alfred willen heeten," zei de officier. "Luister, Théodule." "Ik luister al, tante."

Daar er een liefje is, moet ge het trachten te zien; dan schrijft gij ons de geschiedenis. Dat zal zijn grootvader pleizier doen." Théodule had weinig smaak in zulk een bespieding, maar werd toch verteederd door de tien louisd'ors, die mogelijk nog vermeerderd konden worden. Hij nam de taak dus op zich en zeide: "Zooals 't u belieft, tante;" en voegde er in stilte bij: "Nu ben ik duegna geworden."

De luitenant Theodule was ongetwijfeld vroolijk, maar babbelachtig; lichtzinnig, maar gemeen; een vermaakzoeker, maar in slecht gezelschap; hij had minnaressen, 't is waar, en sprak er veel van, dit is ook waar; maar hij sprak er kwaad van. Al zijn hoedanigheden hadden een gebrek.

Ik wed, om alles wat men wil, dat er geen andere lieden zullen zijn dan vrijgelaten galeiboeven en verdachte fielten. Republikeinen en galeiboeven behooren bij elkaar als een neus en een zakdoek. Carnot zeide: "Waar zal ik heen gaan, verrader?" En Fouché antwoordde: "Waarheen ge wilt, dwaas!" Dat zijn nu republikeinen!" "'t Is waar," zei Theodule.

"Maar kus mij toch!" "Komaan," zei Théodule. En hij kuste haar. Tante Gillenormand naderde haar secretaire en opende ze. "Ge blijft immers de geheele week?" "Neen, ik vertrek van avond, tante." "Dat is onmogelijk!" "Stellig!" "Ach, blijf, Théoduultje, als ik u bidden mag." "Mijn hart zegt ja, maar het consigne neen! 't Is heel eenvoudig.

Zij voelde den brand weder uitbarsten. Ieder woord van het manuscript drong in haar hart. "Ach ja," zeide zij, "dat alles herken ik. Ik had dit alles reeds in zijn oogen gelezen." Toen zij het ten derdemale gelezen had, kwam de luitenant Theodule terug voor het hek en liet zijn sporen op de straat klinken. Cosette gevoelde zich gedwongen de oogen op te slaan.

De lansier had geredeneerd als volgt: "De oude heeft niet alles op lijfrente geplaatst. Het is dus der moeite waard zich nu en dan eens als burger te kleeden." Mejuffrouw Gillenormand zeide luid tot haar vader: "Theodule, uw neef." En zacht tot den luitenant: "Geef hem maar altijd gelijk." Toen verwijderde zij zich.

Bij het woord "straat Plumet" hield hij op met snuiven en liet het overige van de snuif op de knieën vallen. "Straat Plumet! ge zegt straat Plumet? Wacht even! Is er niet een kazerne in de nabijheid? Ja, ja, zoo is het. Uw neef Theodule heeft er mij van gesproken. De lansier, de officier. Een meisje, mijn goede vriend, een meisje. Inderdaad, straat Plumet.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek