Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


In 1226 door den Hertog der Masoeren naar Pruissen gebeden, om er de wilde heidensche bewoners ten onder te brengen, met toezegging van de landstreken, die zy zoude overwinnen, in eigendom te zullen ontfangen, werd Herman van Balco derwaart gezonden aan het hoofd van eenige Ridders en knechten, wier heldhaftigheid met zoo goed gevolg werd bekroond, dat de geheele Orde, na het verlies van Akkaron in 1291, zich in het overwonnen land aan de Oostzee vestigde, en in 1309 Marienburg tot Hoofdzetel koos.

Dit geschiedde echter niet zonder hevigen strijd. Zelfs leed de Bisschop OTTO II in 1226 daarbij eene zóó geduchte nederlaag, dat hij de krijgszuchtige poging, om zijn gebied te vergrooten, zelf met den dood moest boeten. Zijne opvolgers trachtten hun gebied ook in de Stellingwerven te vestigen, doch hadden zeer veel moeite zich daar staande te houden.

Deze Olivier werd in 1223 Bisschop te Paderborn en in 1226 Kardinaal. Vid. Nic. Schat. Hist. Westph. L. XX, p. 996 seq. Deze N. Schaten was een Jesuit in Westfalen, geboren 1608, heeft ook de daden van Karel den Groote beschreven: zijne geschiedenis van Westfalen kwam het eerst uit in 1690. Ebert in voce. K. Muchler, Abendzeitung, August. 1831. F. Sjoerds, Jaarb.

Verweend is verwaand; ook fier, lekker opgebragt, weelderig enz. Of Grind. Slegtigheid is hier eenvoudigheid, onbeschaafdheid. Men zie over dezen strijd West. Jaarb. op de jaren 1226 enz. Vergel. de Aantt.

Bij een octrooi van 1226, door keizer Frederik II tot den rang eener vrije, keizerlijke rijksstad verheven, koos Colmar met warmte de partij van dien monarch in zijne geduchte worsteling met de Curie.

De Paus streek den Friezen in eenen brief van 1226 niet weinig honig om den mond. »Wij bidden u dan allen enz."

Van eene romeinsche nederzetting is echter niets met zekerheid bekend: daarentegen staat het vast, dat Kaysersberg, hetwelk toen gemeenschappelijk aan de graven van Horburg en de heeren van Rappolstein behoorde, in het jaar 1226, voor den schijnbaar zeer geringen prijs van tweehonderd-vijftig mark zilver, door Hendrik, roomsch-koning en zoon van keizer Frederik II, werd gekocht.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek