Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Neen! ik moet nog een paar dagen hier blijven: er zijn nog onder die groote heeren, die hier te feest komen, enkelen aan wie ik een woord in 't vertrouwen heb te zeggen: doch ik zal schrijven. Die Barbanera, of hoe hij heeten mag, kan een brief medenemen." "Hij is, zoo ik vernomen heb, in de hut des boschwachters opgelicht en te Haarlem gevangengezet," zeide vader Syard.
"Al de anderen zijn beneden," antwoordde de monnik, "en helpen broeder Syard de voorpoort beschutten." "Goed zoo! zuivert mij het dak van ongedierte. Werpt hen naar beneden, die spreeuwen, die hier ongevraagd komen nestelen. Houwt er op in, Broeders! vreest niet voor het aantal. Een daar binnen in zoo goed als tien daar buiten."
Adeelen, verklarende, dat hij zich met het besluit ten opzichte van Madzy niet verkoos te bemoeien, en dat het hem volkomen onverschillig was, of zij naar Rijnsburg dan naar Friesland trok, begaf zich terstond naar zijn vertrek: de Abt viel van vermoeidheid in den eersten stoel den besten neder en vond zich onbekwaam en buiten staat om eenig advies te geven; zoodat Aylva begreep vader Syard te laten roepen, ten einde met hem over de zaak te raadplegen.
"O mijn ongelukkig vaderland!" zuchtte Madzy: "wat moet er van u worden?" "Dat weet ik niet," zeide Adeelen: "ik kan niet alles alleen af. Aylva ligt ziek: vader Syard, die zooveel praats had, is verdwenen: denkt slechts om zich zelf: maar zooals het nu is zal het niet blijven, of ik werp mijn zwaard in 't meer en word een monnik. En nu vaarwel!"
Ik had gehoopt, Broeders! dat ik heden een loflied met u zou kunnen aanheffen, ter eere van onzen broeder Syard, die uit de kaken des doods verlost is geworden; e faucibus mortis, zooals de Schrift zegt; maar de nood van het land eischt een anderen toon: en wij zullen het libera nos. aanheffen.
"Kom, ga voort, mijn goede Feiko!" zeide Madzy, verontrust door den staat van zenuwachtige prikkelbaarheid, waarin zij bespeurde dat zich Aylva bevond: "verhaal ons alles; maar zoo kort mogelijk." "Welnu!" vervolgde Feiko: "de Workummer verhaalde dan, dat hij met vader Syard uit de Eem was gekomen en dat...." "Is vader Syard terug? Is het mogelijk!" riepen Aylva en Madzy verheugd uit.
"De oogenblikken zijn te kostbaar en mijn tijd is te beperkt om dien met beuzelen door te brengen," zeide vader Syard: "ik breng u gewichtig nieuws." "Dat de Graaf naar 's-Hage is en heden of morgen de stad Utrecht ontzegt. Ik wist dit reeds. Of is er meer?" "En dat de Friesche gezanten heden verlof gekregen hebben met slecht bescheid."
Kwel mij niet met vragen, bid ik u. Ik geloof dat uw bedoelingen goed zijn, doch ik mag waarlijk niets zeggen, zoolang mijn oom niet hier is." "Is vader Syard uw oom? Gij hebt hem straks genoemd." "Heb ik hem waarlijk genoemd? Ach! ik heb de koorts: ik weet niet wat ik gezegd heb."
"Ik zelf! en de geschiedenis van mijn lijden kan misschien dienstig zijn om u tot een nutte leering te strekken. Hoor mij aan: ook gij, heer Abt! en gij, vader Syard! en oordeelt dan of er reden tot verwondering is, wanneer men somtijds bemerkt dat ik treurig en afgetrokken ben.
Vader Syard bleef een wijl in diep nadenken verzonken: hij was nog weinig gerust omtrent den uitslag van des Bisschops vooruitzichten; want hij beschouwde die als onzekere luchtkasteelen, door het jeugdig en opgewonden brein des jongelings ontworpen, en hij kon geene hooge staatkunde toeschrijven aan iemand, die, ja, in vele opzichten blijken van volharding had gegeven, maar zich evenzeer gekenmerkt had door daden, welke in 's monniks oogen een buitensporige loszinnigheid ademden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek