Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
"Dat is tot daar aan toe," viel haar Maaike Jaspersz in de rede: "een meid uit een ordentelijke herberg behoeft de jonge knapen niet in de oogen te kijken.... laat zien: de bedsteden zijn bezet; maar er zal nog wel een ledig hoekje zijn om een stroozak te leggen." "Wat beduidt al dat gehaspel?" vroeg vader Syard vertoornd: "gij wilt mijn nicht toch niet in uw groote kamer plaatsen?
Lief meisje!" vervolgde hij overluid: "gij behoeft ons niet te vreezen: wij hebben het beter met u voor dan vader Syard, of wie het ook zij; want zonder ons zoudt gij nog in het vochtige gras liggen, waar wij u gevonden hebben." "Het is dan waar," zeide zij, met wilde blikken in het rond ziende: "ik heb het dan niet gedroomd?
"De inzichten en verwachtingen van vader Syard!" zeide Adeelen, terwijl hij den monnik met een spottenden glimlach van 't hoofd tot de voeten bekeek. "Een kleine worm doorknaagt soms een paal, dien een groote stier vergeefs poogt omver te stooten, en de verachte monnik zal wellicht verrichten, wat Seerp Van Adeelen en geheel zijn luisterrijk gezin nimmer kunnen volvoeren.
"Al had ik u verkeerd verstaan," zeide Adeelen: "dat was geene zaak om daarover alarm te maken, althans daar wij allen meer of min door den wijn verhit waren." "Veroorloof mij, u te doen opmerken," zeide de Abt, "dat noch de edele Olderman, noch ik, noch Broeder Syard eenigszins de grenzen eener betamelijke welvoeglijkheid zijn te buiten gegaan."
"En dit meisje was het, dat hedenmorgen onze hulp voor Seerp Van Adeelen inriep?" "Dat was ik," zeide Sytsken: "en nogmaals dank voor uw bijstand." "En deze daar," vervolgde Reinout, met klimmende belangstelling, terwijl hij de onbekende met opgetogen verbazing beschouwde: "behoort ze ook bij u?" "Wij zijn de Jonkvrouw hier gevolgd," antwoordde vader Syard.
"En op welke wijze denkt gij dezen hoon te wreken?" vroeg vader Syard na eenige oogenblikken zwijgens. "Nog ben ik daarvan niet bewust; maar dit weet ik, dat ik niet tevreden wezen zal, voor ik dien hoogmoedigen Graaf zal geleerd hebben, wat het zegt, een Frieschen edelman te hoonen." "Gij ontzegt hem dan?" vroeg de monnik.
Zij bedroog zich niet: althans wat de eerste helft van haar verzekering betrof: spoedig stonden de gewapenden op het plein geschaard; een aantal hoplieden trok in de herberg; en bij de onvermijdelijke drukte en bediening, welke deze nieuwe gasten veroorzaakten, waren vader Syard en zijne nasporingen spoedig vergeten.
Vader Syard ging langzaam, doch met vasten tred vooruit, zonder den blik rechts of links te wenden, en sloeg weldra een gul voetpad in, dat tusschen welige berken en dennen liep en naar de gissing van Reinout, op den zijweg, niet verre van de woning des boschwachters, uit moest komen. De monnik scheen echter reeds vroeger de plaats zijner bestemming te hebben bereikt.
"Ziedaar," antwoordde Deodaat, met een glimlach, "hetgeen ik mijn Frieschen vriend niet mag verhalen." "'t Is waar ook," hernam Reinout lachende: "welnu! ik zal openhartiger zijn met u: en ik zal u verklaren dat ik het weet en wel door denzelfden vader Syard, aan wien gij uw gevangenneming en tevens uw leven te danken hebt." "Maar, hoe wist hij?...."
De Abt was daarentegen recht uitbundig in zijn welkomstgroet: en zich in zegepraal de handen wrijvende, reed hij Aylva, die inmiddels op een klein bruin blesje gestegen was, op zijde: "ik had het wel gedacht," fluisterde hij hem in: "broeder Syard heeft den wenk begrepen, dien ik hem bij het verlaten der eetzaal gegeven heb: hij is gebleven en heeft Seerp Van Adeelen tot betere gedachten gestemd."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek