Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
"Aha! daar is onze vrome broeder Syard weer," riep de Abt van Sint-Odulf uit, terwijl zijn strak gelaat op eenmaal opklaarde: "ja! mijn waarde Broeder van Lidlum," vervolgde hij, zich tot den geestelijke wendende, die naast hem gezeten was: "het is broeder Syard, die ons tegen dat Satansche plan van den Graaf is komen waarschuwen: hij is door een bestiering Gods in de handen der Amalekiten moeten vallen om het te ontdekken.
De dienaars rezen op en vertrokken, en vader Syard maakte zich uit bescheidenheid gereed om hun voorbeeld te volgen, toen Adeelen hem verzocht weder te gaan zitten, daar men zijne hulp als klerk van het gezantschap waarschijnlijk behoeven zoude. Adeelen deed vervolgens zijn verhaal, hetgeen door de aanwezigen met aandacht en belangstelling werd aangehoord.
Indien die looze Bisschop mij niet bedrogen had, het ware nooit zooverre gekomen: en de arme, verachte vader Syard, had in naam van het geestelijk gezag het geheele volk op de been kunnen brengen eer Willem nog een leger bijeen had." Op dit oogenblik kwam Sytsken de kamer binnengeloopen, met den angst op 't gelaat geschilderd.
Vader Syard zag den Bisschop met zooveel ernst in de oogen dat deze, hoe hij ook altijd meester over zich zelven bleef, niet nalaten kon, die innige gewaarwording van onrust te gevoelen, welke den schuldige treft, wanneer hij den blik van een eerlijk man ontmoet.
Dit bevel geuit hebbende, groette hij den monnik met een minzame beweging der hand, en ging wederom zitten, terwijl vader Syard, na een stijve buiging, het vertrek verliet, en zijn geleider volgde, die hem buiten het kasteel voerde. Het was in een weinig tevreden stemming, dat de monnik de terugreis deed.
"Indien de jonkvrouw zich aan mijne zwakke bescherming durft toevertrouwen," zeide vader Syard, "zal het mij wellicht gelukken, haar, met behulp onzer Lieve Vrouwe en van Sint-Odulf, mijn patroon, in veiligheid te geleiden waar zij wezen moet."
Nog was het gezang niet geëindigd, toen men vader Syard op eens zag binnentreden. Maar in stede van zijn gewone zitplaats onder zijn broeders te nemen, bleef hij midden in het kerkgebouw en vlak tegenover den Abt staan, wien hij met een blik van ongeduld aanstaarde.
Ga naar uw cel en zeg de zeven boetpsalmen op, ten einde...." "Later!" zeide vader Syard, hem in de rede vallende: "nu is dit onmogelijk: binnen weinige oogenblikken is de vijand hier." "De vijand, zegt gij?" herhaalde de Abt, sidderende. "Het is zooals ik u zeg. Hij landt aan de Zuidvenne.
"Ik vlei mij," zeide vader Syard, "dat na al de twisten en verdeeldheden, welke onze kloosters geschandvlekt hebben, na het volslagen gebrek aan orde en tucht, dat de monniken kenmerkt, zij het belang zullen gevoeld hebben van een gestreng patronaat, hetwelk hen binnen de palen van regelmaat en betamelijkheid wist te houden; doch dat patronaat zal zich moeten bepalen tot kerkelijke zaken: en ook de Bisschop van Utrecht zou niets dan tegenkanting vinden, bij de minste poging om zijn gezag verder te doen strekken."
"Het vertrouwen der Stichtenaren zal slechts een armhartige pleister op de wond zijn," zeide vader Syard, "ingeval Graaf Willem overwint, en u erger voorwaarden oplegt dan die, waarop hij u tot Bisschop deed aanstellen." "Graaf Willem is thans machtig," hernam de Bisschop: "maar geloof mij, zijn gezag heeft den hoogsten top bereikt en kan met anders dan dalen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek