Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Seerp Van Adeelen, wiens goederen aan de abdij van Bloemkamp paalden, had dit gesticht zijn bijstand toegezegd, en Lidlum werd met een vernielingsoorlog bedreigd, toen de Abt van Sint-Odulf aan de twistende partijen zijn bemiddeling in de gerezene geschillen door het orgaan van broeder Syard liet aanbieden, aan welken laatste het werkelijk gelukte, door zijn krachtige vertoogen en de herhaalde gesprekken, welke hij met de beide kloostervoogden en met Adeelen hield, de verzoening tusschen hen te bewerken.

Mijn bloed behoeft niet meer verhit te worden." "Inderdaad!" riep vader Syard, verbaasd over deze woorden, de wijste, welke hij Adeelen ooit had hooren uitspreken, en nog meer over de gretigheid, waarmede hij hem de kruik aan den mond zag zetten.

"Ware het niet best, naar Stavoren te trekken?" vroeg de pater Prior, "daar zijn wij veilig voor 't oogenblik." "En ons klooster aan den vijand laten?" zeide vader Syard: "wij zijn geestelijken, Vader! maar wij zijn Friezen: zouden wij het voorbeeld geven van te vluchten?" "Maar wat wilt gij dan," hernam de Prior: "dat wij ons verdedigen, dat wij vechten? wij, zwakke en afgeleefde lieden?"

"Ik gevoel mij beter," zeide Elske: "en ik hoop dat het zonder medicijnen wel zal schikken; als buurvrouw Machteld bij mij blijft van nacht; want ik ben doodsbang alleen." "In dat geval kunnen wij terugkeeren," zeide vader Syard tegen zijn twee gezellinnen; "het voegt ons niet, de Heeren aan 't klooster langer in ongerustheid te laten."

Geen deelgenoot van die gruwelen willende zijn, en buiten staat die te beletten, was de Olderman teruggetreden, met het voornemen om te gaan zien hoe het met Beaumont en de zijnen afliep, toen hem vader Syard op zijde kwam, met den angst op het gelaat geschilderd. "Om Gods wil!" zeide de monnik: "mijn Heer van Aylva! hebt gij Ridder Deodaat ook ergens in 't gedrang opgemerkt?"

Geen van beiden sprak; maar het was duidelijk te zien, dat de geestelijke wachtte, dat het den kokeler behagen zou zijne rede tot hem te richten. "Welnu!" zeide deze eindelijk, en dat wel in zeer zuiver Nederduitsch: "het is dan heden, dat de Afgevaardigden hun opwachting bij hun wettigen Heer gaan maken?" Vader Syard boog toestemmend het hoofd.

"En dit is de man, die tucht in onze kloosters zou brengen," zuchtte vader Syard. Eenige oogenblikken gingen voorbij, waarin elk der aanwezigen een diep stilzwijgen bewaarde.

Broeder Agge was een stevige vierkante monnik, in de kracht zijns levens, en die liever sterkte zocht in de wijnkan dan in het gebed. "Neen Broeder!" zeide de abt: "broeder Syard heeft gelijk. Onze conversen zouden daar, waar het op een geregelde verdediging aan zou komen, niet bestand zijn tegen de geoefende krijgsknechten des vijands.

Die brave Jonker zal mij wel gezelschap houden en een beker ledigen op de onafhankelijkheid van Friesland." Vader Syard schudde het hoofd en zag Adeelen met een blik aan, welke den tegenzin, dien hij gevoelde, om het onderhoud te rekken, blijkbaar aankondigde. "Ga!" zeide Adeelen, wiens drift nu geheel bedaard was en voor nieuwsgierigheid had plaats gemaakt: "ga! en zeg dat ik wijn verlang."

Dit deed vader Syard besluiten, een poging te doen, Utrecht langs een omweg te bereiken: en links den eersten zijweg inslaande, was hij tegen het vallen van den avond met zijn reisgenoote zonder hindernissen op het Stichtsche grondgebied aangekomen, waar zij zich tegen alle vervolging beveiligd mochten achten. WAARD. Mijnheer! 'k bedien de lui voor een civielen prijs.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek