Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


Geheel op dezelfde wijze strijden de bokken onderling om het bezit van de wijfjes; menige edele kampioen komt om 't leven door een goed gerichten stoot met de hoorns. Zelfs na lange gevangenschap verliest de Nylgau zijn boosaardigheid niet; om zijn valschheid wordt bij door alle oppassers gevreesd.

"Narren!" riep een Moffenheer, "Wo Hans Michel soll ertrinken, Nicht in dieses salzes Meer. In ein Weinfasz wirdst du sinken!" "Das versprach..." Daar nam een golf, Die aan hem zich wou verwarmen, Die hem sissende overdolf, Forsch den likkebroêr in de armen. Oef! zijn neus, zoo vierig-rood, Bleek te bros voor zulk een stoot.

Woedend stoot de gewonde den bal weg o wee, ook de hand is gekwetst!

Dit menschenkind bezit een eigenaardige macht, die mij van zich stoot, ik vermag hem niet te grijpen, dezen knaap, als hij op de takken boven den afgrond zit, en hoe graag zou ik hem op de voetzolen kittelen of hem een buiteling in de lucht doen maken! Maar ik ben hiertoe niet in staat!» «Wij zullen het wel gedaan krijgenzei de ijsjonkvrouw. «Gij of ik! Ik, ik

Dan heft hij het glas weer omhoog tot aan zijn lippen; hij wacht; hij brengt het dichterbij; zijn heele gezicht dompelt zich erin en blijft er, tot hij het glas heeft geledigd. Dan stoot hij een zucht van zaligheid uit en mompelt: "Er is geen God dan God en Mohammed is zijn profeet," en na te zijn opgestaan, begint hij te dansen, met het glas te jongleeren, te schreeuwen, te huilen....

Geen uitstel. Na de plechtigheid zal ik het leger gereed vinden en mij aan het hoofd er van stellen. En nu te wapen! Een Oud-Hollandsche Republiek valt niet zonder slag of stoot!" "Het is de geest van Uw voorouders die spreekt," zei Zabern. "Prinses, waarom zijt ge niet als man geboren!" "Een vrouw die wil, Maarschalk, staat in niets achter bij den man!" Het Russische leger komt nader.

Niets was gevaarlijker dan een krachtige stoot tegen dit gebeente des aardbols. Hoe licht kon er eene instorting plaats hebben, die ons verpletterde! Hoe licht kon de stroom, zich een weg door de rots banende, ons medeslepen!

Ziet! deze deur, dit hek, die luifel, deze paneelen, dit gebroken komfoor, deze gebersten pot! Geeft alles! werpt alles er op! stoot, rolt, graaft, breekt af, werpt alles terneder, haalt alles 't onderstboven!

DE JONGE LUCIUS. Grootvader, staak uw bitt're jammerklachten, En troost mijn moei eer met een fraai verhaal. MARCUS. Ach, diepgeroerd betreurt de teed're knaap Grootvaders wee, nu hij zijn wanhoop ziet. TITUS. Stil, teêre spruit, gij zijt gemaakt uit tranen; En tranen smelten ras uw leven weg. Waar stoot gij heftig met uw mes naar, Marcus? MARCUS. Naar iets wat ik gedood heb, naar een vlieg.

Hij haatte Siéyès, was ten opzichte van Bonaparte met hartstochtelijke afgunst vervuld, kon en wilde niet gelooven dat het Directoire zich zonder slag of stoot zou overgeven, meende in geval van weerstand van deze zijde, zelf een groote rol te kunnen spelen en hield zich dus als sluwe Gascogner, die hij was, buiten het spel, om zijn diensten al naar de zaken liepen, zoo duur mogelijk te verkoopen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek