Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 oktober 2025


Dat mijn schot hem niet deerde, hebt gij zelf gezien. Ja, ik stond bij de huisdeur. Vreemd is het zeker. Ik kon u bij het lamplicht zien, dat in de kamer brandde. Ook zag ik dien verdoemeling, namelijk zijn halven kop. Ik zag u aanleggen, den loop op zijn voorhoofd gericht. Uw schot knalde en spoot vuur, al sof gij er een heel pond kruit op geladen hadt.

En inderdaad, een wanstaltige visch, zwemmende in geschilderd water, dreef langzaam tusschen de aanschouwers over de Groote-Markt. Op den rug van het zeemonster zat Cupido, de kleine minnegod, die met een teeken zijner machtige hand de twee waterbronnen, welke de walvisch wel dertig voet hoog uit zijne neusgaten spoot, op de nieuwsgierigen sturen kon.

Een juffrouw die ik niet goed verstaan kon wenkte mij en spoot me O de Kolonje in mijn gezicht, 't mensch Was zoo vriendelijk dat ik er verlegen mee werd en stopte mij een klein fleschje vol in mijn zak, waar ik bij nader onderzoek 10 stuivers vóór moest geven weshalve ik het haar teruggaf en heenging met afneming van mijn hoed.

Hij kan zich op mij verlaten om hem naar dit schip te sturen, als hij het goedvindt om vriend Ned te volgen." Ik wilde antwoorden, toen een lichte witte rookwolk uit een van de zijden van het schip te voorschijn kwam, doch eenige seconden later spoot het water door toedoen van een zwaar vallend voorwerp over de achterplecht van den Nautilus en nog iets later trof een knal mijn oor.

En langzaam, en nogmaals omkijkend, ging zijn arm met het brandende stokje tot vlak boven zijn kin, en toen spoot hij in eens, met een blaas van zijn wangen, met een klein voorover- en teruggeruk in de schouders, de olie met de lippen poederend, het stille geel en blauwe houtvlammetje in.

Plotseling stortte de geheele massa, met hare bosschen, weiden, hutten en bewoners in de vlakte neer; de tegen elkander botsende rotsen sloegen vlammen uit; het water der diepe lagen, plotseling in damp veranderd, spoot uit den grond, en ontzettende massa's steen en modder werden als uit den mond van eenen vulkaan uitgeworpen.

Een enkele fontein met nog een marmeren kop, waaruit het water spoot, en in den rand van het bassin de holte, die de handen sleten, als ze het water schepten, om het te brengen naar den mond....

Alle andere kogels waren in de dikke huid blijven zitten. Telkens als het ademhaalde, spoot het dier flinke stralen bloed op de schuit. Eindelijk maakten wij gebruik van een draaibas, wat wij aanvankelijk wegens den geringen afstand onnoodig hadden geoordeeld.

De groote spuit siste water na in de oogkas, wegspoelend het sterke bijtsel en een watje wreef over de nu angstig dichtgeknepen oogleden, die zoo heftig saamdrukten dat het bleek koontje in smarttrek opbolde. Maar alweer had de zekere hand het andere oog in bewerking genomen, kolde dat uit in de bloedranden der buitenwaarts ombuigende, angstige leden, drupte de druppel in het open ovaal. Het kind zachjes greide, rukte wild met het hoofdje, wèer klonk de sussende, goedig-monotone stem en na-spoot de groote spuit, melkstraal slaand tegen het hoornvlies, in de bleek-roode randen. Afgezet van de knie, stond het jogje hulploos, verblind, met knuistjes die bewriemden de gesloten gepijnigde oogen. Een oog twinkte schuw open, beet krimpend dicht en op den tast, huilend, groene snotzakjes op de bovenlip, stapten de voetjes naar de bank achterin. Terwijl was een meisje op het zwartleeren voorschoot gelicht. Ze ging rusten vanzelf met het hoofdje tegen de borst van den dokter, gewoon aan de zondagsche inspuiting, glimlachend. Ze had een garstig met zalf besmeerd hoofdje en alleen het rechter oog was iets aangedaan. Kalm bekeek de dokter het hoornvlies door een loupe, knikte goedkeurend, mikte kort met de druppelspuit, spoot water na, wiesch het oog met 'n watje. Zoo hielp hij het eene kind na het ander, geduldig, ze sussend, gijntjes zeggend, bijna machinaal de zieke kinderoogen behandlend. Vóor Saartje, die angstig te wachten stond ze was óok aangestoken werd nog 'n ventje geholpen van drie, vier jaar, met bleeke scherpe trekjes en 'n scherp-vleugelend jodenneusje. Het eene oogje was blind, melkwit overleid als door parelmoer, het andre aangetast had een vurig ontstoken rand. Het kind lachte verlegen, weende niet, verweerde zich niet, leunde zoet achterover gaatjes van neus die zwart het gelaatwit doorpriemden, kousjes afzakkend, gulpje half-open met kreukels van 'n geel-bepiest hemdje. "Leelijk hoor, joggie" zei de dokter goedig "héél leelijk. D

Wie beschrijft echter hunne ontzetting, toen de romp recht overeind bleef staan, hoewel het bloed omhoog spoot en de heldergroene kleeding rood kleurde. In twee passen was de ijselijke gestalte bij de plek gekomen, waar het hoofd lag, bukte zich tot ieders verbazing, raapte dit op van den vloer en sprong toen in het zadel, het hoofd in de rechterhand bij het haar vasthoudend.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek