Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


De nu volgende mededeelingen zijn te danken aan een scheepskapitein, Smit, die drie maanden lang een Orang-Oetan op zijn schip heeft gehad. Zoolang het schip zich in de Aziatische zeeën bevond, huisde de Aap op het dek, dat hij in 't geheel niet verliet; alleen 's nachts had hij behoefte aan een beschutte plaats om te slapen.

"Wat er aan de hand is?" roept een varensgast: "daar hebben we jou althans geen rekenschap van te geven." "Tut, man!" zegt Smit: "ik betaal schot en lot, kaai- en leggeld: en als de vrije doortocht voor mijn huis belemmerd wordt, dan heb ik recht, geloof ik, om te vragen, wat men voorheeft."

Bovendien, ik moèst hem wel wegsturen, want mijn geheim moet veilig zijn...." Nog even, argwanend, spiedde Kees in de duisternis. Doch er was niets, dat ongerustheid kon wekken. De zieke begon, terwijl Kees Smit voor alle zekerheid eenige namen in zijn zakboekje aanteekende: »Je moet de Soengei Tekoeng opvaren, tot je bij een groote riam komt.

"Niets heeft mij meer verwonderd dan dat. 't Ging zoo. Ik zette mij aan 't schrijven vooral op aandringen van Smit Kleine. Die wou een nieuw tijdschrift stichten. Ik voelde niet de minste behoefte aan wat nieuws. Ik genoot van dit en van dat, van sommige dingen die ik las, maar ik had heelemaal geen behoefte om zelf iets nieuws te maken. Maar er kwamen dingen die zich aan mij opdrongen.

Hij staat op de stoep, hij schelt aan: Margrietje, die voor het bovenkruisvenster gegluurd en hem herkend heeft, snelt naar voren, laat hem binnen en haast zich, de voordeur weer achter hem te sluiten. "Goddank! dat UEd. gekomen is, buurman Smit!" zegt Mevrouw De Ruyter, opstaande en hem de handen drukkende: "wij zitten hier in doodelijke verlegenheid, wat te doen."

"Al ree!" zegt Duizend, en het vendel, dat in een hoek der kamer klaar stond, opnemende, begeeft hij met Smit zich naar buiten en steekt het door de ijzeren ringen, te dien einde aan de leuning bevestigd. "Wat moet dat?" wordt straks van alle kanten geschreeuwd, door hen, die een duister vermoeden hebben van hetgeen volgen zal: "wat moet dat Vendel?"

Broertje komt ook, hy is zo gemoedelyk in zulke dingetjes. Zo komt het goed uit het kwaad; en nu is myne ziel weêr gebonden aan uwe ziel: niet waar? HONDERD-VIJFTIENDE BRIEF. Smit aan Willem Willis; spoedig zijn ze zwager. Hij heeft Aletta Brunier gezien en gesproken: net een meisje voor Willem! Willem's patroon spreekt heel gunstig over hem. Jan lief!

"En nu, buurvrouw!" herneemt Smit: "houd het mij ten goede zoo ik u voor een oogenblik weer verlaat. Zoo men u iets vraagt, geef goed bescheid, en maakt men het u te lastig, dan ben ik in een ommezien weer bij u. Ik blijf in de buurt; want ik ga niet verder dan Dirk Duizend, om met hem te overleggen hoe wij u best helpen: en ik hou vandaar een oog in 't zeil."

Dat Mevrouw De Ruyter aan Wessel Smit gedacht heeft, is licht te verklaren: niet alleen is hij haar buurman, een welgesteld koopman en kapitein van een Burgervendel, maar zijne dochter is bovendien, als reeds gezegd is, met Jan Pauluszoon Van Gelder getrouwd en er bestaat alzoo een nauwe band tusschen hem en de vrouw des Admiraals.

Ieder begeert zoo'n eenrad om van A naar B, en van B naar C, met winst te worden vervoerd, en den eenigen den GROOTEN.... die wil overbrengen naar de plaats, ENGEL, waar gij zijt, Hij wordt zoo telkens veracht en met voeten geschopt. 'k Heb hem heden ook ván mij gestooten toen ik aan Smit verzekerde, dat ik geen kruiwagens noodig had. Ik dacht niet aan U, ik loog, 'k was 'n uil."

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek