Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juli 2025


Zie, ginds in de verte op het spiegelgladde riviertje, glanst een helder licht; 't is de weerkaatsing van de brandende middagzon op den voorsteven eener onlangs frisch geteerde tjalk. Dood langzaam nadert het vaartuig dat zich helder in het water spiegelt, en waarop een schipper aan het roer hangt, even lui en even slaperig als zijn tegenvoeter, die in het water te zien is.

Ik steeg dus al hooger en hooger. Ik werd slaperig en gevoelloos, en weet niet, wat toen met my voorviel, noch ook hoe lang dees mijn toestand duurde. Dit weet ik, dat ik my wedervond in mijn vaartuig, de luchtbol daarby liggende, slap en met een scheur opgereten, zoo als ook eenige der koorden van een gescheurd waren.

Maar Cecilius antwoordde niet, want was in slaap gevallen tegen Colosseros aan, die ook sliep. Hoor jij, Cecilianus? ?? vroeg slaperig Cecilianus, genesteld tegen zijn grooten vriend, den Jager, die hem zorgzaam in zijn mantel omwikkeld had. Slapen jullie? riep de dominus. We slapen allemaal zoo een beetje, dominus, zei Carpoforus; blijf nou óok maar slapen....

Hij had maar uit gewoonte ontkend en uit beginsel zich bij de ontkentenis gehouden. Een geheel uur ging voorbij. De meester zat op zijn troon te knikkebollen, daar het gebrom der studeerende jeugd hem altijd slaperig maakte.

Doodmoe leunde ze tegen hem aan. Van 's morgens zes uur waren ze in de weer geweest. Maar ze wou hem niet storen. De heele krant las hij uit. Soms las hij iets voor en luisterde ze slaperig. "Hen!" "Ja." "Hen!" "Ja, kind." "Ik val om." "Ja, snoetje." Hij wond z'n horloge op. Dat was het signaal. "Heb je de deur goed gesloten, Hen?" "Ja." "Op het nachtslot?" "Nee. Bij ons breken ze niet in."

O wee, men moet eens in Spanje hebben gereisd, om voor eeuwig er genoeg van te hebben. Daar is de Taag; een krans van donker groen wijst aan, waar de rivier stroomt. Het is een kalme rivier tusschen groene populieren, en zij vloeit zoo slaperig, dat noch de boomen haar hooren passeeren, noch het zand iets van haar voorbijgaan bespeurt.

Dan zwegen zij beiden en terwijl zij elkander aanzagen van zeer nabij kleurden zachtkens hunne wangen van ontbloeiend genot, dat hen kussen deed, en streelen en kozen in verwarring, tot zij moede waren en zich nederleiden in het stovende zonlicht hoog in den hemel schijnend. Rogier voelde zich slaperig en dommelde in met zijn hoofd in Mevena's schoot.

Zijn grauwe, ronde oogjes keken ietwat slaperig, maar tegelijk toch ook onrustig onder de vuile, witte schapenvacht van zijn muts uit, die over zijn voorhoofd hing.

Van het Toeval, van de godin der Toevallige Fortuin, Fors Fortuna, moest je het hebben als leno.... Gisteren had ze hem nauwelijks toe gelachen. Hij riep naar binnen. De meiden, slaperig, kwamen. Zij waren ongekapt: doeken om de schouders, begonnen zij den dag, onwillig als de Gallen, die daar ginds, om hun ezel, loom verdwenen in het zon-doorpoeïerde stijgend verschiet van de straat.

Zoo gingen soezend de minuten voort, en rondom de tuinmanswoning zuchtte de nacht haar smartelijke stilte uit, en het tikken der klok was als hamerslaagjes, als het koortsige kloppen van een menschenhart. Slaperig opende hij de oogen. Hij zag de couranten netjes opgevouwen en tot een dik stapeltje gemaakt, liggen op de tafel. Toen vielen zwaar zijn oogen weêr toe.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek