Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Wat gij mij vraagt, mijn kind, is eigenlijk niet door eene vrouw te beantwoorden. Geef mij tijd tot morgen, dan zal ik den wijzen Simeon Neen, moeder, zend mij niet naar hem. Wees gerust. Ik zal hem vragen bij ons te komen. Neen, moeder, want ik heb iets anders noodig dan een onderwijzing. Hij kan mij niet geven waar ik behoefte aan heb, dat kunt u echter wel.
"Indien de mensch ooit het kwaad behoort te wederstaan," zeide Simeon, "dan moet George de vrijheid gevoelen om dit nu te doen; maar de leidslieden van ons volk hebben ons een meer uitmuntenden weg geleerd; want de toorn des mans wekt Gods gerechtigheid niet; maar deze strijd bitterlijk tegen den bedorven wil des menschen en niemand kan haar ontvangen dan zij aan wie zij gegeven wordt.
Hij had lang niet het stille, kalme, voor de wereld onverschillige voorkomen van Simeon; maar integendeel een bijzonder scherp en wakker uitzicht, als iemand die er eenigszins grootsch op is dat hij weet wat hij doet en goed voor zich ziet; eigenaardigheden, die vrij zonderling bij zijne stijve kleeding en manier van spreken afstaken.
En wij zagen het conterfeitsel van Oud-Brugge's Burgemeester van Nieuwenhove, zoo het zich zelf betracht; en de aanbidding van de Magiers en de wijze Anna die het kind presenteert in den tempel aan Simeon.
Prachtig! Lang en mooie breede schoften! Nietwaar, Wassili Fedoritsch?" zoo wendde hij zich tot den rentmeester, terwijl hij uit blijdschap om het kalf de ramp met de boekweit geheel vergat. "Hoe zou het ook leelijk kunnen zijn?" was het antwoord. "En Simeon, de opzichter, is dadelijk den dag na uw afreis gekomen. Wij moeten met hem afrekenen. Over de machine heb ik u al vroeger gesproken."
Bovendien twijfelt niemand er aan dat wij ons ook den tijd voorstellen kunnen, en wel doordat wij ons voorstellen dat sommige voorwerpen langzamer of sneller of even snel bewegen als andere. Onderstellen wij nu eens een knaap, die gisteren des morgens Petrus, des middags Paulus en des avonds Simeon, ieder voor het eerst, gezien heeft en die nu hedenmorgen wederom Petrus zag.
De "Simeon" was door Prins Willem V bij zijn vertrek naar Engeland in 1795 natuurlijk in den steek gelaten, evenals de verdere roerende en onroerende have; de staat had er zich over ontfermd, en nu ontfermde Napoleon er zich weer over. Het werd met tal van andere schilderstukken ingepakt, op eenen wagen geladen en verzonden. De bedoeling was, om het Louvre er mee te verrijken.
Wat hij toen maakte was grootsch; maar hij zelf zou de man worden, om den vroegen Rembrandt te overtreffen. De "Simeon in den tempel" is een bijbelsch stuk. Maria, de moeder van het Jezuskindje, ligt op den steenen vloer neergeknield. Jozef, ook eene knie buigende, houdt in de hand de duifjes, die voor offer bestemd zijn.
Het was een donkere nacht, waarin verborgen bleef, wat er omging, en waaruit wij plotseling een bliksemstraal zien voortschieten, de Simeon in den tempel. Maar neen, het was geen bliksemstraal, want het licht houdt onafgebroken aan, er is geen tusschentijd van duisternis.
"George, onze vriend Phineas heeft iets van belang ontdekt voor u en uw gezelschap," zeide Simeon; "het zou goed voor u zijn dat te hooren." "Dat heb ik," zeide Phineas, "en het bewijst hoe nuttig het is dat een man op zekere plaatsen altijd met één oor open slaapt, gelijk ik altijd gezegd heb. Den vorigen nacht vertoefde ik in eene kleine eenzame herberg aan den weg achterwaarts.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek