Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
De oude vrouw werd vervolgens in den wagen geholpen en naast haar geplaatst; George en Jim zetten zich op de harde bank in het midden en Phineas klom voorop. "Vaartwel, mijne vrienden," riep Simeon van buiten. "God zegene u!" was het antwoord van binnen. En de wagen reed voort, ratelende en hotsende over den bevroren weg.
"Maar ik wil niemand in ongelegenheid brengen," zeide George. "In ongelegenheid?" herhaalde Phineas met een zonderlingen glimlach. "Als gij mij in ongelegenheid brengt, wees dan zoo vriendelijk om het mij te laten weten." "Phineas is een wijs en bekwaam man," zeide Simeon.
Rachel en Simeon kwamen ook buiten. "Stapt eens even uit, zeide Phineas tegen hen, die reeds in den wagen zaten, "en laat ik het achterste van den wagen klaarmaken voor de vrouwen en het kind." "Hier zijn de twee buffelhuiden," zeide Rachel. "Maak de plaatsen maar zoo zacht als gij kunt, want het is toch hard genoeg, den geheelen nacht te rijden."
En die een boek in de hand nam, moest het doen met de gevoelens, die den ouden Simeon vervulden, toen hij in den tempel het kindeke Jezus in zijne armen hield. Zoo sprak de gemoedelijke Broeder des gemeenen levens; in den tijd toen de boeken groot of dik waren, zware kleederen droegen en de kostbaarste aan kettingen vastlagen in de librerie.
Het werd, naar men wil, door Theodosius den Jonge en zijne zuster Pulcheria aan den heiligen Simeon gewijd. In het klooster Esphigmenou leefde destijds de patriarch Anthymos, die reeds tweemalen den troon van Konstantinopel had bekleed. Het is wellicht niet onbelangrijk, met een enkel woord de eigenaardige positie te omschrijven, waarin de patriarch van Konstantinopel, sedert 1453, is geplaatst.
Simeon de tweede kreeg een blos als vuur; maar zijne moeder glimlachte slechts en zeide: "Simeon is mijn goede jongen. Hij zal wel gauw ouder worden en dan zal hij naar zijnen vader gelijken." "Ik hoop, mijn goede heer," zeide George bekommerd, "dat gij om mijnentwil aan geene moeielijkheden zijt blootgesteld." "Wees niet bevreesd, George; want daartoe zijn wij in de wereld gezonden.
Wat is uw God, tevreden met de aanbidding van zulk een volk, vergeleken met onzen Jupiter, die ons zijne adelaars afstaat, om er de gansche wereld mee te veroveren? Hillel, Simeon, Shammai, wat zijn die allen, vergeleken met de meesters, die ons leeren dat alles wat geweten kan worden wetenswaard is? De Jood stond op, zijne oogen schoten vuur.
De schilder laat hem daarom neerknielen in de schaduw van den hoogepriester. Maar eene zachte, stille weerkaatsing van den gloed van Simeon ligt over zijn wezen. Het is eene weerkaatsing van den lichtgloed, zoowel als eene weerspiegeling van de gemoedsbeweging, maar beide sterk getemperd.
Neen, zoo helpe mij God! Ik zal tot den laatsten ademtocht vechten, eer zij mijne vrouw en mijn zoon krijgen. Kunt gij mij laken?" "Geen sterfelijk mensch kan u laken, George. Vleesch en bloed kunnen niets anders doen," zeide Simeon. "Wee over de wereld vanwege de ergernis; maar wee over hen, door wie de ergernis komt." "Zoudt gij in mijne plaats niet hetzelfde doen, Mijnheer?"
Als er eenig gevaar van wrijving of botsing ontstond uit den ongeregelden ijver van zoovele jeugdige medewerkers, was haar zacht "kom, kom!" of "dat zou ik maar niet," voldoende om het bezwaar uit den weg te ruimen. Onder al die andere toebereidselen stond Simeon de oude in een hoek voor het spiegeltje, bezig met de antipatriarchale werkzaamheid van het scheren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek