United States or Burundi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Weldra intusschen begaf men zich verder en, aan de overzijde der rivier gekomen, namen Koelloeka en Siddha afscheid van hun reisgenoot, den officier, en begaven zich met hunne dienaren naar de woning door een van Koelloeka's vrienden voor hen gehuurd, een eenvoudig maar smaakvol en aangenaam ingerigt huis met een vriendelijk uitzigt op omliggende tuinen en op den klaren, in de morgenzon glinsterenden stroom in de laagte.

En nu ben ik voor eenigen tijd tot de ontdekking gekomen, dat er in het Himâlaya-gebergte, in de nabijheid van den Bhadrinâth, een kluizenaar woont, die, wat uiterlijk voorkomen betreft, bijzonder op den vroegeren Koning gelijken moet, en wien, let wel! Koelloeka met Siddha Rama op zijn reis herwaarts een bezoek heeft gebragt. Dat ziet er inderdaad heel bedenkelijk uit! zei nu ook Selim.

Trouwens hij zal u dat zelf wel leeren als gij hem maar eerst ontmoet. Nu, hernam Siddha vergoelijkend, 't was zoo kwaad niet gemeend.... Maar wat is dat? riep hij eensklaps uit, met zijne lans naar het hooge gras aan de zijde van den bergweg wijzend, dat zich golvend scheen te bewegen, schoon geen wind het verschijnsel kon veroorzaakt hebben.

Hoe nu? Bewijzen? Wat bedoelt gij? Ik bedoel die soort van bewijsstukken, waartegen zelfs de strengste en meest nauwlettende regter niets zou hebben in te brengen. Gij kent natuurlijk het schrift en de hand van Siddha, niet waar? Ongetwijfeld! Welnu, zie deze brieven dan!

Zoo ontbrak het dan Siddha, de gedachte drong onder 't huiswaarts keeren zich als van zelf bij hem op, zoo ontbrak 't hem bij de intree in het leven waarlijk niet aan goede raadgevers en aan steun!

Dat de pracht van Selim's paleis ook aan die zijner kleedij zou beantwoorden, had Siddha natuurlijk wel vermoed; maar toch vond hij zijne verwachting nog overtroffen door de ongehoorde weelde toen hij, langs verscheidene voorvertrekken en tusschen reijen van dienaren door, de zacht maar overvloedig verlichte en niet al te groote hal was binnengetreden, waar de Kroonprins met zijn vrienden zich bevond.

Ik ben zoo straks aangekomen en vond juist bij tijds in mijne woning eene uitnoodiging van den Prins, die mij hier in Agra verwachtte. En, vroeg Siddha, hoe is het ginds, en hoe gaat het.... Iravati? vulde Salhana aan heel best. Zij laat u groeten. Doch zie eens, daar komt een man met wien gij kennis moet maken, ook al is hij voor 't oogenblik niet bijzonder gezien ten hove.

Daarvoor sta ik hem dan ook gaarne te woord. Vergun mij dus, u voor 't oogenblik vaarwel te zeggen. Spoedig hopen wij elkander weer te zien.... Abdal Kadir! vroeg de tot dusver ongenoemde, nadat Siddha zich verwijderd had met een eerbiedigen groet, waarvan overigens slechts een zeer gering gedeelte was toegewijd aan den nijdigen Islamiet, wat verlangt gij van mij?

Ga dan, en hoewel ik uw voornemen roekeloos blijf achten, ik mag toch niet nalaten het te eerbiedigen als een moedig en edel besluit. Maar nog meer nu! Het kan zijn, het ware althans niet onmogelijk, dat uw Siddha nog in 't leven bleef; en dan, ik begrijp het maar al te wel, zoudt gij met hem u verzoenen en het woord gestand doen dat gij hem gezworen hebt.

Wie dat een en ander evenwel mogt opgemerkt hebben, niet de ontstuimige Siddha, die ter nauwernood zijn deftigen oom begroetend, en Koelloeka nauw den tijd latend den eerbiedigen groet van Iravati te ontvangen, een vurigen kus drukte op de door deze hem aangeboden hand, terwijl hij op ridderlijke wijze zich op één knie voor zijn uitverkorene nederliet.