Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 mei 2025


Van Parviz, jegens wien Feizi blijkbaar van het gebeurde met Goelbadan gezwegen had, ontving Siddha van tijd tot tijd vrolijker berigten.

Inmiddels was het laat geworden in den avond, en wierp de maan reeds haar hellen schijn over het landsdhap, dat zich, door de opene stijlen van het vertrek gezien, voor het oog der gasten uitbreidde. En nu, zeide eindelijk Gaurapada, terwijl hij opstond, vergun mij, edele Siddha! mij met uw leermeester, mijn vriend, eenige oogenblikken aan het genoegen van uw bijzijn te onttrekken.

Dan weet ik ook wat mij te doen staat. Te doen? vroeg de Brahmaan. Wat zoudt gij kunnen? Ik ga met u op weg naar Siddha! antwoordde Iravati bedaard. Wat!

Maar niet dan spaarzaam maakte Siddha van de gelegenheid gebruik, ook toen Iravati weder tot hem kwam. Wel bleef hij haar kennen, even als zijn vriend; maar van het voorleden scheen hij zich overigens niets te herinneren, en een nevel scheen er te zweven voor zijn geest.

Daarvoor ben ik u ook opregt dankbaar, antwoordde Siddha, en ik hoop nooit te vergeten dat gij, werkelijk meer nog dan mijn vader zelf vermogt, mij den eersten stap op den ladder zoo gemakkelijk hebt gemaakt.

Inmiddels was Siddha zelf, na een hartelijk afscheid van den Boeddha-priester, wien hij tevens een rijk geschenk voor het klooster ter hand stelde, met Vatsa reeds spoedig op weg.... Wederom gleden de late zonnestralen langs de hellingen van den Himâlaya, en wederom daalde Siddha, maar nu enkel door zijn dienaar vergezeld, naar de vallei, waar de woning van Gaurapada lag.

Laat mij 't maar eens weten, of ik kom u misschien ook wel opzoeken. De beide jongelieden gaven elkaar de hand, en in een koel vertrek zijner woning ging Siddha de middagrust genieten, die ook hem op dit oogenblik toch niet onwelkom was. Tegen 't vallen van den avond begaf hij met zijn ouderen vriend zich weer op weg om Feizi, den broeder des Ministers, het voorgenomen bezoek te brengen.

Ongetwijfeld was Gaurapada in vroeger dagen een vertrouwd raadsman van een der vorsten, die elkaar vóór dezen in vrij snelle reeks waren opgevolgd; dan hoe het zijn mogt, Siddha waagde geen onbescheiden vraag zoolang de ander zijn waren stand hem niet bekend maakte.

Veroorloof mij niettemin, edele Heer! sprak nu Siddha toen de Minister zweeg het mij toegezegde als een gunst te blijven beschouwen en Uwe Excellentie daarvoor mijn dank en dien van mijn vader te betuigen! Ik wil hopen dat ik mij haar niet gansch onwaardig zal maken.

Was dan hij, Siddha, nu geregtigd het een of ander uit te brengen, aan wien dan ook, wat een vertrouwelijk gesprek of een louter toeval hem daaromtrent had bekend gemaakt? Koelloeka zelf zou ongetwijfeld de eerste zijn om dergelijke handelwijze af te keuren. Agra Vrolijk trompetgeschal wekte Siddha uit zijne ligte morgensluimering.

Woord Van De Dag

furieuze

Anderen Op Zoek