Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Morgen, heden nog vertrek ik om nimmer Agra weer te zien, noch ook u! In een oogwenk en nog eer Siddha eindigde had Feizi's eehtgenoote alles begrepen. Zij had, volkomen overtuigd dat haar minnaar met zijn ruiters vertrokken was, geen reden gevonden om zich niet in 't openbaar te vertoonen of, bij het feest verschijnend, zich, als anders, zorgvuldig gesluijerd te houden.
Voor 't overige begeer ik natuurlijk niet dat iemand van 's Prinsen gevolg u zien zal; maar met den aanstaanden Keizer is het heel iets anders. Ook kan het voor mij en ook voor Siddha van belang zijn, indien gij u zijne gunst weet te verwerven. Volg mij nu!
Zoo! wij zijn elkander dan nog niet vergeten sinds onze laatste ontmoeting, hernam Gorakh; trouwens wat mij betreft, ik heb u wél in 't oog gehouden, sinds ik daar ginds in de nabijheid van den Bhadrinâth u waargenomen heb. Nu ja, zeide Siddha, een weinig ongeduldig, laat dat zijn hoe 't wil. Maar ik begrijp eigenlijk niet, eerwaarde Heer! welk belang gij in mij stellen kunt.
Naderbij gekomen behoefde Siddha wel niet lang in twijfel te staan, wien hij onder die groep van schitterend uitgedoste veldheeren, wier wapenen en paardentuigen glinsterden van goud en edelgesteenten, nu als den Keizer zelven te beschouwen had.
Eindelijk vond zij tot spreken weer de kracht. Kom mede zeide zij, en ga weer met mij naar binnen! Gij overspant u, en haalt u valsche droombeelden in het hoofd. Dat is u niet goed. Zoo kom dan! Droombeelden! sprak Siddha bitter, mogt dat waar zijn! Maar neen!
Ik begrijp, dat een dergelijke reden u thans hier brengt. En mag ik oordeelen naar uw uiterlijk, dan moet, dunkt mij, die reden ook eene zijn van droevigen aard. Dat is zij, sprak Siddha, en als ik u alles heb meegedeeld, zult gij u misschien verwonderen, dat mijn voorkomen nog niet duidelijker te kennen geeft wat er in mij omgaat.
En gij zoudt wél doen, sprak de ander goedkeurend, maar wat reden hebt gij tot dergelijke onderstelling als zou de Keizer inderdaad iets van u verlangen wat u en den uwen tot wezenlijk nadeel kon strekken? Een oogenblik weifelde Siddha en draalde met zijn antwoord, terwijl hij, als reeds vroeger, aan zijn gesprek met zijn oom, den Goeverneur van Allahabad dacht.
't Viel zeker moeielijk te beslissen, en wijselijk begreep Siddha, dat hij in elk geval zijn oordeel had op te schorten tot hijzelf ook Keizer Akbar gezien en welligt gesproken zou hebben. Dat besluit bragt hem tevens terug tot het naaste doel der reis, het bezoek te Allahabad, waar de geliefde bruid, de schoone Iravati, hem verbeidde.
Ik zag uw neef toevallig reeds vroeger, sprak Abdal Kadir toen Salhana hem wilde voorstellen, en ik wil hopen, vervolgde hij tot Siddha, dat gij mijne toen gesproken woorden in de beteekenis zult willen opvatten die ik zelf er aan gaf; gij ziet nu wel dat personen mij nog niet gehaat zijn al moet ik hen bestrijden om hun dwalingen.
Ga straks langs dien kant; dat is nog voorzigtiger dan langs den anderen, waar gij Siddha soms in de nabijheid van den tuinmuur zoudt kunnen ontmoeten. Alles hernam Salhana, is dan goed afgesproken, niet waar? Gij zorgt voor Selim en de rest hier in Agra; ik voor mij blijf mij met Akbar belasten, en ben ik niet al te ongelukkig dan zijn wij spoedig van hem en al zijn volk bevrijd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek