Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
»De zaak is deze, Petinggi: van de gevangen Sibaoe's heb ik een en ander gehoord omtrent de Soengei Tekoeng, en tevens omtrent den Maleier Amat, die mij vroeger verraden heeft. Nu wil ik de bala voor korten tijd verlaten, om hier eenige onderzoekingen te doen. Ook wil ik trachten, den verrader op te sporen.
»Ik ben een oud man, heer, en heb veel gezien en gehoord. Ik ken de Sibaoe-dajaks maar al te goed. Zij gaan inderdaad met tooverij om. Eens werd een Kenjaoe-dajak gedood door een paar op sneltocht zijnde Sibaoe's. Zijn zoon zette hen na om wraak te nemen. Hij hoopte hen in den slaap te verrassen ten einde ze te dooden. Op een dag waren ze aan den voet van het Lawit-gebergte gekomen.
Het groote feest in Tapang werd steeds woester. Groote hoeveelheden toewak verhitten de hoofden; steeds wilder en hartstochtelijker werden de krijgsdansen om de op staken geplaatste hoofden der verslagen Sibaoe's. In deze heidensche vermaken kon Kees geen behagen scheppen. Hij trok zich terug in een der lawangs en probeerde, ondanks het toenemend feestrumoer, wat uit te rusten.
Eindelijk bereikte men den voet van het gebergte. Weldra vond men ook de sporen van de teruggekeerde bala der Kenjaoe's. Toen men ten slotte in het groote ravijn aankwam, was de geheele macht daar reeds gelegerd. Een luid gejuich ging er op, toen Kees met zijn gezelschap in 't gezicht kwam. Vóór de bala het rotshol doortrok, liet Kees de gevangen Sibaoe's voor zich brengen.
Met moeite ontweek hij diens geweldige parangslagen. Daar was echter de trouwe Marti naast zijn meester gesprongen en weldra lag de Sibaoe zieltogend ter aarde. Kees had geen gelegenheid gehad naar de andere Kenjaoe's om te zien. Nu twee dooden aan zijn voeten lagen, keek hij rond. De strijd was al bijna afgeloopen; een groot aantal doode of zwaar gewonde Sibaoe's lag over het pad verspreid.
Na eenigen tijd konden ze weer op weg gaan. Enkele der Sibaoe's hadden zich bij hen aangesloten. Dien dag bereikten ze nog het dorp Oelak. Het was een groot huis, gelegen op een uitgestrekt ladang-veld. Om het huis was een stevige heining van boomstammen. In dit dorp werden de vreemdelingen vrij goed ontvangen, ofschoon ze aanvankelijk wel met argwanende oogen werden opgenomen.
»Waar zijn de andere verkenners?" vroeg Kees eindelijk. »Die zijn aan den voet der rotsen gebleven, heer. Zij wachten, waar we de Sibaoe's zagen verdwijnen." »Heb je ze zien verdwijnen?" vroeg Kees met de grootste verbazing. »Ja, heer; we waren een paar honderd depa van hen af. Toen verdwenen ze in het kreupelhout aan den voet der rotsen.
Is hij er nog, dan krijg ik de diamanten." »Ik vrees, dat u te laat zult komen, heer!" Marti vroeg zich bekommerd af, welke ellende ze nu weer zouden beleven. »Kom," hernam Kees, »ik ga dadelijk naar Petinggi Datoek, om hem voor te stellen, de Sibaoe's te vervolgen." Hij sprong op en verliet de lawang. »Allah helpe ons!" zuchtte Marti: »Dat ontbreekt er nog maar aan."
Doch dan zullen ze hun wraak koelen aan uw huizen en aan uw vee. Over eenigen tijd, als uw vijanden het land verlaten hebben, zult gij naar uw dorpen terug willen keeren. Dan vindt ge uw ladangs verwoest, uw woningen verbrand, uw varkens geroofd. Wilt ge dit toelaten?" Een dof gemompel ging op uit de rijen der mannen. »Ik heb gehoord, dat het aantal der Sibaoe's slechts een honderdtal bedraagt.
De menschen verkeerden in grooten angst en verwonderden zich waarschijnlijk, dat hun hoofd nog tusschen de schouders stond. »Wees niet bevreesd! Ik ben een blanke en zal je niet dooden. Ge hebt alleen op al mijn vragen te antwoorden. Als ge juiste antwoorden geeft, zal ik u verder beschermen en misschien wel geheel vrij laten." De Sibaoe's zeiden niets.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek