United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Samébito ontving het bericht van de ziekte van zijn meester; zoodra hem nu dat treurige nieuws bereikte, verliet hij den vijver in den tuin en kwam de kamer van Totaro binnen. Totaro sprak niet meer over zijn eigen ellende. Hij was vol belangstelling voor het heil van dat schepsel uit de zee. "Wie zal u, Samébito, voedsel geven, als ik dood ben?" zoo sprak hij droevig.

Het begin en het einde van al deze gedachten was haat tegen de menschelijke wet; een haat, die, zoo hij niet in zijn ontwikkeling wordt gestuit door bijzondere omstandigheid, na korter of langer tijd, tot haat tegen de maatschappij, daarna tot haat tegen het menschelijk geslacht, en eindelijk tot haat tegen de schepping overslaat, en zich openbaart door een onbestemde, onophoudelijke, woeste zucht om te schaden, onverschillig wat, of welk levend schepsel.

Over zulk een wreed schouwspel ten sterksten aangedaan, teekende ik dit ongelukkig schepsel af, en behield eene smartelyke nagedagtenis over de onmenschelykheid der planters, omtrent de ongelukkigen, die aan hunne magt onderworpen zyn.

De eigenaar van het paard bond, geholpen door een aantal dorpsbewoners, het Kind der Rivier stevig vast. "Laat ons dat afgrijselijke schepsel dooden," zoo spraken de boeren, "want hij heeft zeker een aantal afschuwelijke misdaden gepleegd, en wij zouden verstandig handelen, als wij ons van zulk een afschuwelijk monster verlosten."

Met onzen dierendienst, Ladice, hebt gij u het minst kunnen verzoenen, maar ik acht het toch beter en den mensch waardiger, den schepper in zijn schepsel dan in steenen beelden te aanbidden. Bovendien hebben uwe goden alle zwakheden met de menschen gemeen, en ik zou mijne koningin wel zeer ongelukkig hebben gemaakt, als ik gelijk de Grieksche Zeus geleefd had."

Het goedige schepsel was gewoon geraakt aan het geleuter van den administrateur van Camdless-Bay. »Zoo, deel je mijne meening niet?" »Neen, master Perry!" »Nu, om het even, Zermah!

Hij zag die schuwe oogen voor zich, die samengeknepen lippen, die vermagerde handjes. Dat arme, kleine schepsel zou beschut en verpleegd worden, en 't teeken van vernedering van haar lichaam en 't kwaad uit haar ziel weggevaagd worden. Nu werd de weg naar de eeuwige bosschen voor hem afgesloten. "Ik zal mij niet van kant maken, zoo lang zij onder uw bescherming is," zeide hij.

Juist hing toen een vrouw, die op het uitstekende berghout van het wrak was blijven zitten, aan de lijn en dorst zich, neerziende in de kokende golven onder haar, niet te laten glijden, hoe ook de redders op de pier en de toeschouwers op de booten haar moed toeschreeuwden. »'t Arme schepsel, meneer« vertelde mij later Koos Schoonbeek »zat maar als 'n lijk op dat berghout.

Het Roofdier, dat hen van stap tot stap zorgvuldig nasluipt, het vreeselijke schepsel, dat hen in den nek pakt, vóór zij nog iets van zijn komst gemerkt hebben, boezemt hun afgrijzen en ontzetting in; zij verlaten daarom liever een op deze wijze tegen hen beveiligd huis; doen zij het niet, dan weet de Kat het op een andere wijze wel met hen klaar te spelen.

Men kan niet ontkennen, dat hij een kniezerig, menschen en dieren ontwijkend, eenzelvig schepsel is, en bovendien zoo op zijn gemak gesteld, zoo lui als geen ander; al deze eigenschappen zijn zeer zeker niet geschikt, om iemand vrienden te doen verwerven. Wat mij betreft, ik moet erkennen, dat ik wel iets met hem op heb: zijne levenswijze en zijn voorkomen vermaken mij.