United States or Slovakia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu zijn uw tranen in juweelen veranderd, en daarmede zal het meisje mijn vrouw worden." Totaro ging gretig voort met het tellen der juweelen. "Niet genoeg! Niet genoeg!" riep hij met ontzaglijke teleurstelling uit. "Ach, Samébito, wees zoo goed en huil nog wat langer!" Die woorden maakten Samébito boos. "Denkt ge, dat ik als een vrouw kan huilen, zoo dikwijls als ik wil?

Op die rustige en afgezonderde plek bleef het vreemde wezen uit de zee omstreeks een halfjaar. In den zomer van dat jaar was er een groote bedevaartstocht van vrouwen naar den tempel van Miidera, gelegen in de naburige stad Otsu. Totaro woonde het feest bij en zag daar een buitengewoon bekoorlijk meisje.

Toen Samébito zag, dat zijn brave meester stervende was, slaakte hij een vreemden kreet en begon hij te weenen. Hij weende groote tranen bloed, maar zoodra deze den grond hadden aangeraakt, veranderden zij plotseling in glinsterende robijnen. Toen Totaro die juweelen-tranen zag, schreeuwde hij het uit van vreugde, en van dat uur af keerde nieuw leven in hem terug. "Ik zal in het leven blijven!

Samébito ontving het bericht van de ziekte van zijn meester; zoodra hem nu dat treurige nieuws bereikte, verliet hij den vijver in den tuin en kwam de kamer van Totaro binnen. Totaro sprak niet meer over zijn eigen ellende. Hij was vol belangstelling voor het heil van dat schepsel uit de zee. "Wie zal u, Samébito, voedsel geven, als ik dood ben?" zoo sprak hij droevig.

Daarop vertelde Totaro den Haaimensch zijn liefdesgeschiedenis en deelde hij hem mede, welke huwelijksgift de familie van Tamana eischte. "Ik dacht," zoo voegde Totaro er aan toe, "dat ik nooit in staat zou zijn, tienduizend juweelen bijeen te krijgen, en het was die gedachte, die mij zoozeer den dood nabij heeft gebracht.

Toen Totaro eens de Lange Brug van Séta overtrok, zag hij een wezen, dat er vreemd uitzag. Het had het lichaam van een man, met een huid zwarter dan die van een neger; zijn oogen glinsterden als smaragden, en zijn baard was als die van een draak. Ik werd om een kleine overtreding uit dat heerlijke verblijf weggezonden, en werd zelfs uit de zee verbannen.

Totaro liet geen tijd voorbijgaan met het aanbieden van het mandje met tienduizend juweelen aan de ouders van Tamana, en na eenigen tijd trouwde hij met hun liefelijke dochter. Aizen-Myo-o. De God der Liefde. Aji-shi-ki. Een Shinto God, die aangezien werd voor zijn overleden vriend Ame-waka. Ama-no-ho.

"Haar gelaat was schoon en rein als sneeuw; en de liefelijkheid van haar lippen gaven den aanschouwer duidelijk te kennen, dat wat over die lippen kwam, zoo zoet zou klinken als de stem van een nachtegaal, die op een pruimenboom zingt." Totaro ontbrandde plotseling in liefde voor het meisje.

Totaro tobde zóó lang, totdat hij ziek werd, en toen een dokter hem kwam bezoeken, schudde deze het hoofd en zeide: "Ik kan niets voor u doen, want geen geneesmiddel is in staat de ziekte der liefde te genezen." En na die woorden te hebben gesproken, verliet hij hem.

Totaro raapte, zonder zich ernstig om de smart van zijn vriend te bekommeren, de juweelen op, en vond eindelijk, dat hij tienduizend schitterende robijnen bij elkander had. Op datzelfde oogenblik hoorden zij den klank van liefelijke muziek, en uit het water verrees een op wolken gelijkend paleis, waarop al de kleuren der ondergaande zon schitterden.