Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


»Dat geloof ik ook," zeide Jansen met een schamperen lach; »bij voorbeeld, om door list en bedrog zwakke volken onder de knie te krijgen!" »Maar ik waarschuw je," liet hij er dreigend op volgen »wees op je hoede!" En zijn zoon den rug toekeerend, nam hij opnieuw den zwaren ijzeren hamer. Ontstemd verwijderde zich Frits. Neen, het ging niet goed tusschen vader en zoon.

"Vervloekte, valsche leugenaar!" antwoordde de Tempelier met een schamperen glimlach, en verder gaande, alsof hij zich niet verwaardigde langer met hem te spreken, praatte hij met zijn Turksche slaven in een taal, welke de omstanders niet verstonden.

Onze kerk heeft wijselijk gehandeld, dacht ik, toen zij verbood dat de bijbel in alle handen kwame; want men kan met de letter van de Schrift toch alles goedmaken." "Waarlijk," zeide Mom met een schamperen lach: "ik dacht niet, dat gij bijwijlen zulke goede gedachten hebben kondt."

Miss Ophelia zou u liefhebben, als gij maar goed waart." Topsy liet den korten schamperen lach hooren, waarmede zij gewoon was ongeloof aan te duiden. "Denkt gij dat niet," zeide Eva. "Neen, zij kan mij niet uitstaan, omdat ik eene negerin ben! Zij zou even lief hebben dat eene padde haar aanraakte. Niemand kan negers liefhebben, en negers kunnen niets doen. Maar het kan mij niet schelen."

De bootsman zag hem met een schamperen blik aan, en met verdubbelde kracht voortroeiende, neuriede hij het volgende referein van een oud Friesch deuntje: "Onedelen en dorpers hangt men op. Maar de edelen vreezen den strop, Zij varen liefst zonder kop Ter helle! ter helle! ter helle!" Een onwillekeurige huivering voer door de aderen van Deodaat, en Zweder werd bleek.

Hier zag men de geestelijke heeren in gesprek, hun onderlinge ijverzucht onder den uiterlijken vorm van beleefdheid verbergende: wat verder een paar oude wapenbroeders, die elkander in langen tijd niet ontmoet hadden, elkander met een blijden groet de hand drukken: ginds wandelden eenige rijke Vetkoopers te zamen, en onderhielden zich over nieuwe plannen tot het verbeteren van gronden, het droogmaken van plassen of het oprichten van fabrieken, om, kon het zijn, den Groningers de loef af te steken; terwijl zij met een schamperen blik van verachting werden aangezien door dezen of genen Schieringer Edelman, die van geene takken van welvaart hooren wilde dan van jacht en vischvangst vooreerst, en daarna een weinig vetweiderij.

De naïeve vroomheid en kinderlijke eerbied voor het heilige, die wij later in de geestelijke volksliederen zullen opmerken, openbaren zich hier in een oprechte vroomheid, een zachtheid van toon, een doorvoelen van JEZUS' lijden, zooals later MEMLINC het ons te zien zal geven. Telkens hooren wij van "dat zoete kint", zijne heilige, zijne gebenedijde hand, zijn zoete hart; God "van hemele", "d'alweldeghe God", de heilige engel. JEZUS' liefde tot zijne discipelen voelen wij in verzen als: "Kinder, seit hi, hoert na mi" of "Kinder, seit hi, lieve vrient" . De keerzijde van deze liefde en eerbied is een felle haat tegen HERODES, die ons voorgesteld wordt: hebzuchtig, wreed, fel als een hond; hij is een "dief" (in de taal onzer voorouders: het inbegrip van alle kwaad), een "onreyne drake"; ten laatste wordt hij krankzinnig, het helsche vuur gloeit uit zijne oogen . Geen woorden genoeg heeft de dichter om de Joden uit te beelden in hunne felheid, die hen doet schuimbekken; in het welbehagen waarmede zij het zachte lam kwellen en martelen; in hun schamperen spot . Die haat en die liefde zijn beide in hooge mate naïef. "God is een goed wreker", zegt de dichter, "al spreekt Hij niet veel". JEZUS zegt tot zijn hart: "Hart, kondt gij spreken als een mensch, hoe zoudt gij dan over uw lijden klagen". Van GABRI

"Wij waren bang dat gij u verveeld zoudt hebben," zeide Lodewijk Blaek met een schamperen lach, terwijl hij tevens een schuinschen blik op mij wierp: "maar wij wisten niet, dat gij gezelschap hadt."

De andere had hierop de schouders opgehaald, en op een schamperen toon Alexas toegeroepen: »Het is waar, ik heb te veel gevraagd. Wie zoovele mannen van iederen leeftijd tot zich trekt, hoe kan die van ieder afzonderlijk weten waar hij is?" »Het hart heeft anders een goed geheugen," gaf de Syriër ten antwoord; maar Iras riep verachtelijk: »het hart?"

"Nu, die tijd is misschien zoover niet af," hernam de oude vrouw: "ik heb al zoo wat hooren mompelen. Kleur maôr niet, Freule! Ik hoop de goede God zal alles ten beste keeren." "Amen!" zeide de Freule zuchtende. "Draagt gij die kleeren 's Zondags, Gheryt?" vroeg de kamenier, met een schamperen lach op het lederen buis en de hozen des vreemdelings wijzende, die nog voor het vuur te drogen hingen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek