United States or Yemen ? Vote for the TOP Country of the Week !


Spoedig echter vatte hij weder moed; en, het gewicht ten deele beseffende, dat in het bewaren van des vreemdelings geheim was gelegen, besloot hij de ruiters zoolang op te houden, tot de Baron weder terug en de vluchteling in zekerheid ware.

Daar komen wij tegen schemeravond. Het kind zal slapen zooveel te beter gij kunt hem stil meepakken, zonder schreeuwen of huilen dat komt heel mooi uit ik doe gaarne alles met zachtheid ik heb een hekel aan rumoer en opschudding." En nadat eenige banknoten uit de portefeuille des vreemdelings in die des handelaars waren overgegaan, nam deze zijne sigaar weder.

Des vreemdelings open oog en minzame toon hadden wel voor een oogenblik de stem der achterdocht in zijn binnenste doen zwijgen, doch zijne vrees voor moord of mishandeling was nog geenszins verdwenen. Wat stond hem, zwakken grijsaard, te doen? hij toch kon zich niet tegen twee krachtvolle mannen verzetten.

Maar de pret laat zich niet gebieden: en allen bleven even stemmig kijken, alsof de glazen voor des vreemdelings oogen de uitwerking van Medusaas hoofd bezaten. "'t Is of wij hier bij de Kwakers zitten," zeide de drollige vent: "hoe is het? getuigt de geest niet, Pietje?" "Wel ja! komaan! een liedje!" zeide Helding; maar de Treurpoëet was schor of verklaarde althans het te zijn.

Alle aanwezigen hoorden verheugd op bij het vernemen van des vreemdelings naam en herkomst, want de roem van zijne dapperheid was wijd en zijd verspreid. Vol blijdschap riepen zij uit: "Meer nog dan anders zij deze dag gezegend, nu hij dezen held in ons midden brengt, die onze schreden kan geleiden op het pad van fijne beschaving en hoofsche gebruiken!

Het verlangen des vreemdelings vernomen hebbende, wendde hij zich tot de kinderen: "mij dunkt," zeide hij, "'t is voor vandaag lang genoeg: wij konden wel meteen naar huis gaan en dien kameraden den weg wijzen."

"Ik zal komen," zeide de kwakzalver; "doch onder één beding; gij zegt niets van dit aan uw makker: en gij komt alleen." De monnik en Deodaat, bezig met de zieke zijnde, hadden niets van dat gesprek vernomen: "Mij dunkt," zeide de eerstgemelde, "dat het alleen aan de lijderes staat om te beslissen, of zij van de hulp des vreemdelings al of niet gebruik wil maken."

Eindelijk echter gelukte het eenen der boeren, hem achter den rug te komen. In eenen oogwenk was de rotting hem uit de vuisten gewrongen lijf aan lijf grepen de woedenden elkander aan. Hunne schoppen en stooten bonsden tegen de deur. Daar kon een moord uit worden, meende de predikant: want hem dacht dat hij in de hand des vreemdelings een mes had zien blinken.

In de eerste verbazing had Adeelen zijn dolk gevat; maar, de bedaarde en rustige houding des onbekenden bemerkende, het moordtuig weder in de scheede gestoken, en zich vergenoegd met een straffen blik te vestigen op hem, die zich verstout had, het gesprek te beluisteren. Die beschouwing viel niet geheel ten nadeele des vreemdelings uit.

Simon was bij het binnentreden des vreemdelings nog dieper in zijn hoekje teruggekropen, als had hem die reusachtige gedaante schrik aangejaagd; maar, even als de vos, die in 't eerst voor den leeuw vluchtte, doch langzamerhand aan zijn uitzicht begon te wennen, en eindelijk gemeenzaam met hem werd, zoo scheen ook onze marskramer, na gedurende een poosje den roodmantel te hebben aangegluurd, zijn schroom te laten varen en vrijmoedigheid te verkrijgen: hij rees langzaam op, en, den onbekende naderende, begon hij hem zijn koopwaren aan te bieden.