Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
Sir Thomas Browner schreef ten tijde van Elisabeth, dat de donkere holen en bergplaatsen voor mummies de "schuilplaats van Satan" waren, zijne redeneering grondende op eenige opmerkingen in Egyptische papyrussen over "de onderwereld" en eveneens op eenige gezegden in het Oude Testament.
En de man Gods ging naar zijne vrouw on zeide tot haar: "Als het uur van het middagmaal gekomen is, doe dan wat vet in heet water en laat dat mengsel naar den biroen brengen. Bah! Wat is dat voor kost, mollah? riepen de gasten, toen zij van de soep proefden. Hebt gij Satan als kok in dienst? Is die schotel niet naar uw smaak?
ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. De kerel is verbijsterd, maar ik ook; Van de eene dwaling komen wij in de and're; Een goede geest help' veilig ons van hier! COURTISANE. Getroffen, heer Antipholus, getroffen! Ik zie, gij hebt den goudsmid nu ontmoet; Is dat de keten, heden mij beloofd? ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Wijk, Satan, wijk; beproef uw kunsten niet.
Breng haar nog dichter bij het vuur. Katelijne schreeuwde. De schout zegde heur: Bid Satan dat hij u verfrissching bezorge. Met het gezicht vol smerte, wees zij naar heure schoenen, die rookten ten gevolge van de hitte des vuurs. Bid Satan, dat hij ze uitdoe, sprak de schout.
Hij groette Rowena, door zijn fluweelen baret af te nemen, die met een gouden speld versierd was, verbeeldende St. Michiel, den Satan onder de voeten tredende. Hierna wees hij de dame vriendelijk een stoel aan, en daar ze er geen gebruik van scheen te willen maken trok de ridder den handschoen van de rechterhand uit, en bood haar die aan, om haar naar den stoel te geleiden.
Satan moest zich zeker nu en dan in een hoek der kroeg, waarin Thénardier huisde, neerzetten en over dit meesterstuk van het afschuwelijke nadenken. Na een korte aarzeling dacht hij: "Zij zouden den tijd hebben mij te ontkomen." Hij zette met snelle schreden, schier met een voorkomen van zekerheid en met de sluwheid van den vos, die een troep patrijzen riekt, regelrecht zijn weg voort.
Satan staat altoos over de heg van uw akker te gluren, en zoo gij maar in wilt sluimeren, zal hij zich wel over den braak liggenden akker ontfermen. Dat merkt ge dan ook aan uzelven, dat merkt ge aan uw omgeving wel.
"Dit alles is aan u voor één nacht onderdak," zei de Hollander. "Ga met mij mede," riep de schipper. "Hebt gij een dochter?" "Ja, heer." "Ik zal met haar trouwen." "Een zoo rijk man als gij?" "Is zij trouw? Geld en goed zijn van den Duivel, de trouw is van God. Kunnen haar woorden liegen?" "Zij is eerlijk, heer, en den leugen haat ze als den Satan der menschheid." "Ik ga mede."
"Elk uwer woorden," zeide Madzy, zich van hem afwendende, "maakt u nog gruwzamer in mijne oogen. Eén woord van u kan den oorlog doen eindigen! en gij zwijgt? Bezigt gij uwe macht dan als Satan, alleen om kwaad te doen?" "Neen meisje!" zeide de Bisschop: "in welk ongunstig daglicht gij mijne handelingen ook verkiest te zien, mijn doel omtrent dit gewest was edel en groot.
Maar onderwege in den ommegang, is Maaiken den duivel Satan tegengekomen en Satan sprak lachend tot haar: "Zijt gij nu te fier om den armen pagadder Satan goeden dag te zeggen, omdat gij gekleed zijt als eene koningin, en gij gedragen wordt door vier signoren?" En Maaiken antwoordde: "Gaat van hier, Satan, of ik verbrijzel u nogmaals den kop!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek